5.07 Hypofyse en schildklier

Hormoonstelsel
5.07 Hypofyse en Schildklier
1 / 34
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Hormoonstelsel
5.07 Hypofyse en Schildklier

Slide 1 - Slide

Let op! Proefwerk
Volgende week donderdag (11 maart): Proefwerk
Thema 5. Blz.8 t/m 25
5.1 Het zenuwstelsel
5.2 Zenuwcellen en zenuwen
5.3 Het ruggenmerg
5.4 De hersenen
5.5 De weg die de impulsen afleggen
5.6 Het hormoonstelsel
5.7 De hypofyse en de schildklier
5.8. De eilandjes van Langerhans en de bijnieren

Slide 2 - Slide

Leerdoel
 Je kunt de werking van hormonen uit de hypofyse beschrijven;
 Je kunt de werking van hormonen uit de schildklier beschrijven;

Slide 3 - Slide

Terugblik

Slide 4 - Slide

Dit is een hormoonklier
Dit is GEEN hormoonklier

Slide 5 - Drag question

impulsen
hormonen
hoog
meestal laag
lang
kort
via zenuwcellen
via bloed

Slide 6 - Drag question

Welke zenuwcel ligt met zijn cellichaam in het centrale zenuwstelsel, en met een uitloper erbuiten?
A
Gevoelszenuwcel
B
Schakelcel
C
Bewegingszenuwcel

Slide 7 - Quiz

In welk deel van de hersenen wordt je je bewust?
A
Grote hersenen
B
Kleine hersenen
C
Hersenstam

Slide 8 - Quiz

Het hormoonstelsel regelt vooral snelle, kortdurende processen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

De hypofyse hoort bij het
A
Zenuwstelsel
B
Spierstelsel
C
Hormoonstelsel
D
Uitscheidingstelsel

Slide 10 - Quiz

1. Het hormoonstelsel regelt processen in het lichaam door hormonen af te geven

2. Het zenuwstelsel regelt processen in het lichaam door impulsen
A
beide waar
B
beide nietwaar
C
1 waar 2 nietwaar
D
1 nietwaar 2 waar

Slide 11 - Quiz

Sleep de juiste namen achter de nummers 
1 =
2 =
3 =
4 =
5 =
Schildkier
Hypofyse
Teelbal(len)
Eilandjes van Langerhans
Bijnieren

Slide 12 - Drag question

6 Hormonenklieren die je moet kennen:
  1. Hypofyse (Bs7)
  2. Schildklier (Bs7) 
  3. Bijnieren (Bs8)
  4. Eilandjes van Langerhans (in de alvleesklier) (Bs8)
  5. Teelballen (Thema voortplanting)
  6. Eierstokken (Thema voortplanting)

Slide 13 - Slide

7 Hormonen die je moet kennen:
  1. Groeihormoon (Bs7)
  2. Schildklierhormoon (Bs7)
  3. Adrenaline (Bs8)
  4. Insuline (Bs8)
  5. Glucagon (Bs8)
  6. Mannelijke geslachtshormonen: testosteron (Th voortplanting)
  7. Vrouwelijke geslachtshormonen: oestrogeen en progesteron 

Slide 14 - Slide

Hypofyse
  • Hormoonklier die o.a groeihormoon maakt
    Groeihormoon regelt de groei van botten

  • Beïnvloed ook andere hormoonklieren:
            -Schildklier, teelballen, eierstokken

Slide 15 - Slide



Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Schildklier
is een hormoonklier in je hals, tegen het strottenhoofd
Stofwisseling,
groei en 
ontwikkeling.

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Jeah! een quizje!

Slide 22 - Slide

Esmeralda heeft een ontstoken schildklier.
Hierdoor maakt haar schildklier minder hormoon.

Welk gevolg heeft dat voor Esmeralda?
A
Er vindt minder verbranding plaats in haar cellen.
B
Het zoutgehalte van haar bloed vermindert.
C
Ze vormt minder geslachtscellen.

Slide 23 - Quiz

Welk proces wordt NIET geregeld
door het schildklierhormoon?
A
Verbranding
B
Stofwisseling
C
Urinevorming
D
Groei en ontwikkeling

Slide 24 - Quiz

Nr. 2 (bij de keel)
Hormoonklier

A
hypofyse
B
eierstok
C
bijnier
D
schildklier

Slide 25 - Quiz

Nr. 3
Hormoonklier
Functie
A
hypofyse invloed op de groei
B
schildklier invloed op de stofwisseling
C
bijnier sneller kunnen reageren
D
alvleesklier invloed op hoeveelheid suiker in het bloed

Slide 26 - Quiz

Waar bevindt zich de schildklier?
A
boven op de nieren
B
in de voortplantingsorganen
C
in de hals tegen de luchtpijp aan
D
in de alvleesklier

Slide 27 - Quiz

welke processen worden door het schildklierhormoon beïnvloed?

Slide 28 - Open question

Bij een verkeersongeluk kun je een flinke klap tegen het hoofd aan krijgen. De klap kan de hypofyse beschadigen. Dit kan later leiden tot een grote hoeveelheid verschillende klachten, zoals onvruchtbaarheid en seksuele problemen of verlies van spierweefsel. Leg uit dat een klap op het hoofd kan leiden tot een grote hoeveelheid verschillende klachten.

Slide 29 - Open question

Bij katten werken de hypofyse en de schildklier op een vergelijkbare manier als bij de mens. In de afbeelding is de werking van hormonen die te maken hebben met de groei van een kat, met drie pijlen weergegeven. Elk nummer stelt een bepaald hormoon voor.
Bij een jong katje werkt de schildklier niet goed, waardoor dwerggroei ontstaat. Welk hormoon zal bij dit jonge katje niet voldoende in het bloed aanwezig zijn?

Slide 30 - Open question

Welke verschijnselen kunnen zich bij dit jonge katje naast dwerggroei nog meer voordoen?

Slide 31 - Open question

Door een tekort aan welk van de hormonen 1, 2 en 3 kan dwerggroei bij een kat ontstaan?

Slide 32 - Open question

Bij kikkers vindt de gedaanteverwisseling van kikkervisje tot kikker plaats onder invloed van schildklierhormoon. Als kikkervisjes te weinig schildklierhormoon produceren, verloopt de gedaanteverwisseling zeer langzaam. Er ontstaan dan zeer grote kikkerlarven Wat zal er gebeuren als je normale kikkervisjes inspuit met extra schildklierhormoon?

Slide 33 - Open question

Aan het (huis) werk
Quayn 5.07 Hypofyse en schildklier
Lezen? blz. 21

Slide 34 - Slide