Hoofdstuk 5: Waarde toevoegen les 2

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Produceren = het toevoegen van waarde aan een product

Produceren of het toevoegen van waarde doen bedrijven met behulp van de productiefactoren

Wat is zijn de beloningen voor kapitaal (5.1)

1. Rente en Loon
2. Huur en Rente
3. Winst en Rente
4. Loon en Huur

Wat is de beloning voor arbeid (5.1)

1. Loon
2. Winst
3. Rente
4. Pacht

Wat is de beloning voor natuur? (5.1)

1. Loon
2. Winst
3. Rente
4. Pacht

Wat is de beloning voor ondernemerschap? (5.1)

1. Pacht
2. Loon
3. Winst
4. Rente

Afzet – omzet – brutowinst - nettowinst

Afzet = aantal verkochte producten

Omzet = Afzet x verkoopprijs

Brutowinst = omzet – inkoopwaarden

Nettowinst = brutowinst - bedrijfskosten

Resultatenrekening

Resultatenrekening = een overzicht van alle kosten en opbrengsten van een bedrijf op een bepaalde periode. 

Voorraad- of stroomgrootheid

Bereken de afschrijvingskosten die per jurk worden doorberekend als er maandelijks vijftig jurken geproduceerd en verkocht worden (5.4)

Bereken de afschrijvingskosten die per jurk worden doorberekend als er maandelijks vijftig jurken geproduceerd en verkocht worden. (5.4)

Ze moet in totaal €30.000 bij elkaar "sparen" over 10 jaar. Dat is dus 30.000/10=€3.000 per jaar. Per maand wordt er 3.000/12=€250 afgeschreven. Dat is 250/50=€5 per jurk 

Bepaal met behulp van de resultatenrekening de winst van Natascha. (5.5)

Bereken de winst over februari 2015 (5.6a)

Bereken de toegevoegde waarde over februari 2015. (5.6b)

Bereken de toegevoegde waarde over februari 2015. (5.6b)

De toegevoegde waarde: 

Omzet - inkoopwaarde - diensten van derden

of

Loon+rente+huur+winst 

Laat zien dat de productiewaarde gelijks is aan de som van de verdiende inkomens. (5.6c)

Bereken hoeveel shirts Stekelenburg deze week moet verkopen om €1.000 winst te maken (5.8a)

Bereken hoeveel shirts Stekelenburg deze week moet verkopen om €1.000 winst te maken (5.8a)

De opbrengst per shirt is €50

De variabele kosten per shirt zijn €21

De totale vaste kosten zijn €740 

Per shirt is er 50-21=€29 over om de vaste kosten te dekken. 

In totaal wil ik dus €1.740 binnen halen met de verkoop. €740 vaste kosten en €1.000 winst. 

1.740/29= 60 shirts moet ik verkopen 

Leg uit waarom een internet winkel zoals deze is opgezet weinig schulden heeft. (5.8c)

Zelf nog maken:

5.7 & 5.8b

zelftest 

Tot de productiefactoren worden gerekend:

1. Ondernemerschap, arbeid en natuur
2. Kapitaal, arbeid en winst
3. Natuur, arbeid en loon
4. Loon, pacht en rente

Van een onderneming is bekend dat de omzet in 2013 €7.500.000 is. Het verbruik van grondstoffen en energie is €2.400.000. De winst is 4% van de omzet en het totaal van de loonkosten is €900.000. De rente, pacht en huur bedragen samen:

1. €3.600.000
2. €3.300.000
3. €3.900.000
4. €6.600.000

I: Winst en rente zijn de beloningen voor ondernemerschap
II: Pacht en huur zijn beide inkomens uit bezit

1. Beide beweringen zijn juist
2. Alleen bewering I is juist
3. Alleen bewering II is juist
4. Beide beweringen zijn onjuist

In 2015 heeft bloemenkweker Paul Roos 20.000 dozen bloemen verkocht tegen een gemiddelde prijs van €10 per doos. Hij heeft voor €40.000 aan pootgoed ingekocht en zijn energierekening bedraagt €5.000. In 2015 betaalt hij €1.000 aan rente.
Bereken de omzet is 2015 (5.12a)

In 2015 heeft bloemenkweker Paul Roos 20.000 dozen bloemen verkocht tegen een gemiddelde prijs van €10 per doos. Hij heeft voor €40.000 aan pootgoed ingekocht en zijn energierekening bedraagt €5.000. In 2015 betaalt hij €1.000 aan rente.
Bereken de winst over 2015 (5.12c)

In 2015 heeft bloemenkweker Paul Roos 20.000 dozen bloemen verkocht tegen een gemiddelde prijs van €10 per doos. Hij heeft voor €40.000 aan pootgoed ingekocht en zijn energierekening bedraagt €5.000. In 2015 betaalt hij €1.000 aan rente.
Bereken de toegevoegde waarde in 2015 (5.12b)

Bereken de werkgelegenheid in arbeidsjaren van de kapperszaak in 2015. Een arbeidsjaar is 1 volledige baan. (5.13a)

Bereken de werkgelegenheid in arbeidsjaren van de kapperszaak in 2015. Een arbeidsjaar is 1 volledige baan. (5.13a)

4 kappers met een volledige baan = 4 arbeidsjaren

6 kappers met een halve baan = 3 arbeidsjaren

1 eigenaresse met een volledige baan = 1 arbeidsjaar 

Bereken de toegevoegde waarde van de kapperszaak in 2015 (5.13b)

Bereken de toegevoegde waarde van de kapperszaak in 2015 (5.13b)

Omzet - inkopen

400.000-20.000=€380.000

Loon+rente+winst

240.000+24.000+116.000=€380.000