Schrijven 1m 9 januari

Spelling (meervoud)

1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwoo, bLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Spelling (meervoud)

Slide 1 - Slide

Meervoud = meer dan 1
de docent -
de cursist -
de stoel -
het woord -
de zin -
de klas -
de man -

timer
1:00

Slide 2 - Slide

Meervoud = meer dan 1
de docent - de docenten
de cursist - de cursisten
de stoel - de stoelen
het woord - de woorden
de zin - de zinnen
de klas - de klassen
de man - de mannen

Slide 3 - Slide

Veel woorden hebben in het meervoud -en

Let op!!:
Twee medeklinkers na: A, E, I, O, U.

Klassen, zinnen, lessen, bossen, kussen

Slide 4 - Slide

AA, EE, OO, UU
Gevolgd door een medeklinker wordt in het meervoud:
a,e,o,u

De ramen - Het raam
De benen - het been
De broden - het brood
De muren - de muur

Slide 5 - Slide

Meervoud is niet alleen -en...
Meervoud kan ook met -s op het eind.

Slide 6 - Slide

Meervoud: -s
Na: -el, -em, -en, -er en -ie is het meervoud -s

De bezem - De bezems
De jongen - De jongens

Slide 7 - Slide

telefoon

Slide 8 - Open question

bord

Slide 9 - Open question

raam

Slide 10 - Open question

kam
A
kams
B
kam's
C
kammen
D
kamen

Slide 11 - Quiz

klok
A
kloks
B
klokken
C
kloken
D
klooken

Slide 12 - Quiz

deur
A
deurs
B
deur's
C
deurren
D
deuren

Slide 13 - Quiz

LET OP!
Volgende week 17 januari toets:

Wat moet je weten?
Hoofdstuk 6 schrijven in Nederland: meervoud
Werkwoorden: Hoofdstuk 1 + 2
Grammatica: zinsdelen


Slide 14 - Slide

Aan de slag!
Aan het werk met: grammatica, schrijven in Nederland of werkwoorden.

Hoofdstuk klaar?
Laten nakijken en routeboek laten invullen.

Slide 15 - Slide

Volgende lessen

Morgen: Uitleg over zinsdelen.
Volgende week woensdag: Uitleg werkwoorden en herhaling

Slide 16 - Slide