2223|5V| §1.1 Wat als mensen er samen niet uitkomen?

Identiteit & Maatschappijleer
1 / 22
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Identiteit & Maatschappijleer

Slide 1 - Slide

Programma
1. Opening (terugblik poster opdracht + dagopening)
2. Introductie §1.1: dilemma's en cognitieve dissonantie  
- Je kunt jezelf toevoegen met klascode 050212
3. aan de slag met §1.1

Slide 2 - Slide

Dagopening
Wat viel me vandaag op in de Volkskrant?

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Welke actualiteit (nieuws) van de afgelopen maand is jou bijgebleven?

Slide 6 - Open question

Paragraaf 1.1: Wat als mensen er samen niet uitkomen? --> Heb je dit hoofdstuk al gelezen?
A
Ja, helemaal
B
Nee, nog helemaal niet
C
Gedeeltelijk...

Slide 7 - Quiz

Paragraaf 1.1: Wat als mensen er samen niet uitkomen?
Belangrijke begrippen:
- Maatschappelijk probleem - politiek probleem
- Belang(en)
- Collectieve - actieprobleem (i.v.m. algemeen belang)
- Normen en waarden
- Macht
- Collectieve goederen

Slide 8 - Slide

Ik ben afgelopen zomervakantie met het vliegtuig op vakantie geweest
A
ja
B
nee

Slide 9 - Quiz

Ik eet op de meeste dagen vlees
A
ja
B
nee

Slide 10 - Quiz

Ik heb me laten inenten tegen Covid-19
A
ja
B
nee

Slide 11 - Quiz

Een oude man, die voor mij fietst valt van zijn fiets en blijft liggen. Ik ben de enige in de omgeving die kan helpen. Als ik dat doe kom ik wel te laat op school
A
Ik help hem hoe dan ook
B
Ik fiets door

Slide 12 - Quiz

Een oude man, die voor mij fietst valt van zijn fiets en blijft liggen. Ik ben de enige in de omgeving die kan helpen. Als ik dat doe kom ik wel te laat voor mijn examen Nederlands.
A
Ik help hem hoe dan ook
B
Ik fiets door

Slide 13 - Quiz

Maatschappelijk probleem
1. Gaat groepen mensen aan.
2. Hangt samen met of is het gevolg van maatschappelijke veranderingen.
3. Er bestaan verschillende meningen over oorzaken en oplossingen
4. Vraagt om een gemeenschappelijke oplossing

Slide 14 - Slide

Dilemma
Waarom is het zo moeilijk om maatschappelijke problemen op te lossen? 

Slide 15 - Slide

1. Verschillende waarden en normen van actoren


2. Tegengestelde belangen

3. Collectief actie probleem

1. Waarden = principes of doelen die een individu, groep of samenleving belangrijk vindt. Normen = verwachtingen over hoe mensen zich behoren te gedragen. Geschreven en ongeschreven regels

2. Hebben te maken met het (eigen) voordeel dat mensen of groepen ergens bij hebben.

3. We delen ook belangen, er is ook een algemeen belang. Twee oorzaken van CA probleem: 1. veel mensen nodig voor effectiviteit; 2. individu merkt er weinig van.

Slide 16 - Slide

Voorkomen van cognitieve dissonantie

Slide 17 - Slide

Voorbeeld
Je bent op dieet. Je hebt enorm veel zin in een stukje taart dat je collega net aanbiedt.
Deze tegenstrijdt zorgt ervoor dat je ongemak ervaart, en dat ongemak wil je zo snel mogelijk oplossen. Wat doe je dan?
Je eet toch dat stukje gebak, maar je gaat die avond wel een uurtje langer sporten of je denkt ‘die meeting van net was zwaar en ik heb energie nodig’.

Je verandert in dit voorbeeld je gedrag/gedachtegang om de dissonantie te verminderen.

Slide 18 - Slide

Festinger (1957) suggereert dat we de drang hebben om al onze meningen en gedragingen in harmonie te houden. Met andere woorden: we willen cognitieve dissonantie voorkomen. Heb je een persoonlijk voorbeeld?

Slide 19 - Open question

Collectieve actieproblemen

Algemeen belang VS persoonlijk belang

1. Mensen willen wel, maar wantrouwen anderen
2. Persoonlijke baten zijn vaak groter dan de kosten 
(bij vliegen bijvoorbeeld)


Slide 20 - Slide

Opdracht in duo's (10 min)
1. Zoek de kenmerken van een maatschappelijk probleem (boek)
2. Zoek een maatschappelijk probleem op dat jou aanspreekt 
3. Beschrijf het probleem a.d.h.v. de vier kenmerken
4. Leg duidelijk uit waarom dit probleem lastig is om op te lossen (boek blz. 9).

Slide 21 - Slide

Aan de slag x 3 
1. Kennis en begrip vragen + toepassing van §1.1
2. Maken KAVV (kern-argument-verband-vraag)
3. Voor de volgende week: §1.2

Slide 22 - Slide