Waarom zijn de kroonbladeren vaak groot en opvallend gekleurd?
1 / 19
next
Slide 1: Open question
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1
This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Waarom zijn de kroonbladeren vaak groot en opvallend gekleurd?
Slide 1 - Open question
Kroonblad
Bloemsteel
Stamper
Meeldraad
Kelkblad
Slide 2 - Drag question
Stempel
Vruchtbeginsel
Stijl
Slide 3 - Drag question
In welke volgorde verloopt de geslachtelijke voortplanting bij planten?
A
bestuiving, bevruchting, ontstaan van de stuifmeelbuis
B
bestuiving, ontstaan van de stuifmeelbuis, bevruchting
C
bevruchting, bestuiving, ontstaan van de stuifmeelbuis
D
bevruchting, ontstaan van de stuifmeelbuis, bestuiving
Slide 4 - Quiz
Zijn de onderdelen van de bloem mannelijk of vrouwelijk?
Mannelijk
Vrouwelijk
Helmdraad
Stempel
Stijl
Stuifmeelkorrel
Meeldraad
Eicel
Stamper
Helmhokje
Vruchtbeginsel
Slide 5 - Drag question
Een watermeloen is ontstaan uit een watermeloen bloem. In deze bloem zitten 44 zaden. Hoeveel stuifmeelkorrels zijn nodig geweest om deze 44 zaden te laten ontstaan?
A
1
B
22
C
44
D
88
Slide 6 - Quiz
Zet de ontwikkeling van de kersenbloesem in de juiste volgorde.
Slide 7 - Drag question
Is er bij een kruisbestuiving sprake van geslachtelijke voortplanting of van ongeslachtelijke voortplanting?
A
Geslachtelijke Voortplanting
B
Ongeslachtelijke Voortplanting
Slide 8 - Quiz
Vindt bij deze aardbeiplant geslachtelijke voortplanting plaats? En ongeslachtelijke voortplanting?
A
alleen geslachtelijk
B
alleen ongeslachtelijk
C
allebei
D
geen van beiden
Slide 9 - Quiz
Een bloemkweker die de perfecte roos heeft gekweekt zal deze vermeerderen door:
A
geslachtelijke voortplanting
B
ongeslachtelijke voortplanting
Slide 10 - Quiz
Je ziet een lelietje-van-dalen, Kan het lelietje-van dalen zich ongeslachtelijk voortplanten? Kan het lelietje-van dalen zich geslachtelijk voortplanten?
A
ja, ongeslachtelijk en
ja, geslachtelijk
B
ja, ongeslachtelijk en
nee, niet geslachtelijk
C
nee, niet ongeslachtelijk en
ja, geslachtelijk
D
nee, niet ongeslachtelijk en
nee, niet geslachtelijk
Slide 11 - Quiz
Een bol is een :
A
korte stengel met rokken
B
verdikte wortel met rokken
C
verdikte knop
D
een zaadje
Slide 12 - Quiz
Wat is de juiste volgorde van ontwikkeling bij de groei van een plant?
A
vrucht-zaad-groei-bloei-ontkiemen
B
zaad-groei-ontkiemen-bloei-vrucht
C
zaad-ontkiemen-groei-bloei-vrucht
D
ontkiemen-zaad-groei-vrucht-bloei
Slide 13 - Quiz
Veranderd het DNA bij stekken?
A
Ja
B
Nee
Slide 14 - Quiz
Insectenbloem
Windbloem
Gekleurd kroonblad
Klein en groen kroonblad
Bloemen bevatten nectar en zijn geurig
Geen nectar
Meeldraden buiten de bloem
Meeldraden binnen de bloem
Stempel vaak in de bloem
Stempel is vaak buiten de bloem
Stempel heeft een geveerde vorm
stuifmeel is ruw en kleverig
Stuifmeel is licht en glad
Slide 15 - Drag question
Steel
Kelkblad
Vruchtbeginsel
Meeldraad
Kroonblad
Zaadbeginsel
Slide 16 - Drag question
Heeft hier bestuiving plaatsgevonden? En bevruchting?
A
wel bestuiving, geen bevruchting
B
zowel bestuiving als bevruchting
C
wel bevruchting, geen bestuiving
D
geen bestuiving, geen bevruchting
Slide 17 - Quiz
Overblijfsel kelkbladeren
Overblijfsel vruchtbeginsel
Overblijfsel zaadbeginsel
Overblijfsel stijl
Slide 18 - Drag question
Je ziet hier acht vruchten. Sleep een 1 naar de vruchten die zijn ontstaan uit een vruchtbeginsel met één zaadbeginsel en een plusje naar de vruchten die zijn ontstaan uit een vruchtbeginsel met meer dan één zaadbeginsel.