1.5 Voortplanting

1.5 Voortplanting
Lesdoel: Je kunt beschrijven hoe ongeslachtlijke en geslachtelijke voortplanting plaatsvinden en je kunt hiervan voorbeelden bij planten geven. 
1 / 23
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

1.5 Voortplanting
Lesdoel: Je kunt beschrijven hoe ongeslachtlijke en geslachtelijke voortplanting plaatsvinden en je kunt hiervan voorbeelden bij planten geven. 

Slide 1 - Slide

Ongeslachtelijke voortplanting 
een deel van 1 individu groeit uit tot een nieuw individu. Het nieuwe individu is een kopie van de ouder 
Geslachtelijke voortplanting: twee individuen maken een nieuw organisme. Bij planten gebeurt dit door middel van bloemen.



Slide 2 - Slide

Ongeslachtelijke voortplanting
Een deel van een plant groeit uit tot een nieuwe plant.
De nakomelingen zijn kopieen van de moederplant
  • Stekken (geranium)
  • Enten
  • Bollen (tulp/ui) - korte dikke bladeren
  • Knollen (aardappel)- opslag zetmeel
  • Uitlopers (aardbeien) - boven de grond
  • Wortelstokken (lelietje van dalen)- onder de grond


Slide 3 - Slide

Voordelen Ongeslachtelijke voortplanting
-Snel
-Geen andere planten bij nodig
-Genetisch identieke nakomelingen (voedingsindustrie)

Type celdeling betrokken bij ongeslachtelijke voorplanting is mitose.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Geslachtelijke voortplanting

  • nieuwe erfelijke eigenschappen
  • eigenschappen van beide ouders
  • nakomelingen kunnen er anders uitzien

Hoeveel planten zijn er nodig voor geslachtelijke voortplanting?
2

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Bloemen
  • Bloemkelk
  • Bloemkroon
  • Meeldraden
  • Stamper
  • Zaadbeginsel

Slide 8 - Slide

Stamper
Vrouwelijke voortplantingsorganen.

Stempel
1
Stijl
2
Vruchtbeginsel
3

Slide 9 - Slide

Meeldraad
Mannelijk Voortplantingsorgaan

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

bevruchting

Een stuifmeelkorrel komt op de stempel: bestuiving

Er vorm een stuifmeelbuis deze gaat naar een zaadbeginsel met een eicel en bevrucht de eicel.

De bevruchte eicel in het zaadbeginsel vormt een zaadje.

Het vruchtbeginsel vormt de vrucht.

Slide 12 - Slide

Eenslachtige
bloemen

Slide 13 - Slide

Tweeslachtige bloem

De bloemen bevatten zowel meeldraden als stampers

Slide 14 - Slide

Maak nu opdracht 1 t/m 13
Werk eerst in stilte (rood)
Overleg daarna (fluisterend) met je buurman/vrouw (groen)

timer
20:00

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

kelkblad
stamper
meeldraad
kroonblad

Slide 17 - Drag question

Hoe noemen we de groene blaadjes van een knop?En wat doen ze (2 antwoorden aanvinken)
A
kroonbladeren
B
Insecten lokken
C
kelkbladeren
D
Bloem beschermen tegen uitdroging en kou

Slide 18 - Quiz

Kroonblad
Bloemsteel
Stamper
Meeldraad
Kelkblad

Slide 19 - Drag question

Mannelijke onderdeel van de bloemplant
Vrouwelijke onderdeel van de bloemplant
Stamper
Meeldraad
Stuifmeelkorrels

Slide 20 - Drag question

Stempel
Vruchtbeginsel
Stijl

Slide 21 - Drag question

Hoe noemen we de felgekleurde blaadjes van een bloem? En wat doen ze
A
kroonbladeren
B
De bloem beschermen tegen uitdroging en kou
C
kelkbladeren
D
Insecten aantrekken

Slide 22 - Quiz

Een lila bloem
met groene
bladeren
Je ziet
A
6 meeldraden 1 stamper
B
6 stampers 1 meeldraad
C
6 meeldraden 1 stamper gekleurde kelkbladeren
D
6 meeldraden 1 stamper groene kroonbladeren

Slide 23 - Quiz