Mens & NatuurMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1
This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
HML
Mens & Natuur
Slide 1 - Slide
Pictogrammen in LessonUp
Aantekening in je schrift
Hotspot:
Aantekening in je schrift
Hotspot:
Extra uitleg
Hotspot:
Filmpje kijken
Hotspot:
Link naar toepasing
Opdracht in je schrift maken
Opdracht op je iPad maken
Uitleg, tekst goed doorlezen
Hotspot:
Geluid luisteren
Slide 2 - Slide
Leerdoelen
Je weet hoe je geluid zich verplaatst.
Je kan uitleggen hoge en lage tonen, harde en zachte geluiden.
Je kan rekenen met trillingstijd en frequentie.
Slide 3 - Slide
Waar denk je aan bij geluid?
Slide 4 - Mind map
Toonhoogte verhogen/verlagen
Er zijn drie manieren waarop je de toonhoogte van een snaar kunt verhogen:
De snaar strakker spannen.
De snaar korter maken.
De snaar dunner maken.
Er zijn drie manieren waarop je de toonhoogte van een snaar kunt verlagen:
De snaar losser spannen.
De snaar langer maken.
De snaar dikker maken.
Slide 5 - Slide
Trillingen
Met een trilling bedoelen we in de natuurkunde een beweging die zich steeds herhaalt.
Slide 6 - Slide
Vraag 1
Hoeveel trillingen staan er in de afbeelding getekend?
Slide 7 - Slide
Trillingstijd
Slide 8 - Slide
Frequentie
Frequentie is het aantal trillingen per seconde.
Het symbool voor frequentie is de kleine letter f.
De frequentie wordt gemeten in hertz (Hz).
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Vraag 2: 10 trillingen duren 4 seconden. Hoe lang duurt één trilling?
Slide 11 - Open question
Trillingstijd/frequentie
Om iets te kunnen zeggen over de toonhoogte van een geluid, kun je kijken naar de frequentie (f) of de trillingstijd (T). Hoe hoger de frequentie , hoe groter het aantal trillingen per seconde.
Hoe groter het aantal trillingen per seconde, hoe hoger het geluid.
Bij een hogere frequentie duurt elke trilling steeds minder lang. Het is logisch dat frequentie en trillingstijd zoveel met elkaar te maken hebben.
In de formuledriehoek hiernaast zie je het verband tussen de trillingstijd en de frequentie.
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Vraag 3: Een geluidsbron maakt 300 trillingen per 4 seconde. Bereken de frequentie.
Het antwoord moet je door 2 delen, want je hebt nu heen en terug uitgerekend. De diepte van de zee is een enkele reis.
2
Slide 29 - Slide
Samenvatting
Slide 30 - Slide
a. Heb je alles van deze les begrepen? b. Zijn er onderdelen van deze les die je nog niet zo goed begrijpt of waar je meer uitleg voor nodig hebt? c. Heb je nog tips of suggesties voor deze les?