Les 2: Cognitieve ontwikkeling: logisch denken

Wat is logisch denken?
1 / 6
next
Slide 1: Open question
Toegepaste gedragswetenschappenSecundair onderwijs

This lesson contains 6 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Wat is logisch denken?

Slide 1 - Open question

Nadia (11 jaar) kijkt naar een foto van haar slaapkamer. Ze ziet dat deze foto genomen is van het raam.

Over welke denkhandeling (logisch denken) gaat het hier?
A
Reversibel denken
B
Decentreren
C
Perspectief nemen
D
Conservatieprobleem oplossen

Slide 2 - Quiz

Paulina (8 jaar) maakt samen met haar grote broer een milkshake. Paulina meet alle ingrediënten zorgvuldig af en mixt alles tot een heerlijke milkshake. Haar broer schenkt twee glazen uit. Nadia (5 jaar), de kleine zus van Paulina, kiest als eerste een glas. Ze kiest het hoge, smalle glas, want zo heeft ze meer milkshake. ‘Voor mij maakt het niet uit,’ zegt Paulina. ‘In het andere glas zit evenveel.’
Over welke denkhandeling (logisch denken) gaat het hier?
A
Conservatieprobleem oplossen
B
Aandacht hebben voor begin- en eindtoestand en het proces ertussenin
C
Decentreren
D
Reversibel denken

Slide 3 - Quiz

Maggie (10 jaar) kan vertellen hoe koffie gemaakt wordt: mama giet kokend water op de oploskoffie en roert.

Over welke denkhandeling (logisch denken) gaat het hier?
A
Reversibel denken
B
Decentreren
C
Conservatieprobleem oplossen
D
Aandacht hebben voor begin- en eindtoestand en het proces ertussenin

Slide 4 - Quiz

Mats (12 jaar) laat een veertje en een knikker tegelijkertijd van de tafel vallen. Hij weet dat de knikker veel sneller is omdat hij zwaarder is dan het veertje.

Over welke denkhandeling (logisch denken) gaat het hier?
A
Reversibel denken
B
Decentreren
C
Perspectief nemen
D
Conservatieprobleem oplossen

Slide 5 - Quiz

Mieke (7 jaar) en mama zijn net van hun huis naar de kerk gelopen. Mama vraagt aan Mieke hoe ze nu terug naar huis moeten stappen. Mieke kan dit traject uitleggen.

Over welke denkhandeling (logisch denken) gaat het hier?
A
Reversibel denken
B
Aandacht hebben voor begin- en eindtoestand en het proces ertussenin
C
Decentreren
D
Perspectief nemen

Slide 6 - Quiz