5.1: Planten bekijken (Klas 1)

Hoofdstuk 5: Planten
Baobab

1 / 45
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 5: Planten
Baobab

Slide 1 - Slide

Voordat we beginnen...
  • Meneer (Toon) ter Horst 
  • 25 jaar, Utrecht
  • Gedragsbiologie, Universiteit Utrecht
  • Muziek luisteren en maken


Slide 2 - Slide

Wat is jullie favoriete muziek nummer?

Slide 3 - Open question

Opbouw van de les
  1. Introductie  ✓
  2. Voorkennis: plaatjes 
  3. Theorie: interactieve les 
  4. Korte pauze
  5. Vragen uit boek
  6. Quizvragen
  7. Vooruitblik

Slide 4 - Slide

Wat zie je hier?

Slide 5 - Slide

Hoe heet dit proces?

Slide 6 - Slide

Welk woord hoort er bij het ? te staan?

Slide 7 - Slide

Paragraaf 5.1: Planten bekijken
Wat kan je aan het einde van de les?

  1. De onderdelen van een plant benoemen en hun functie beschrijven
  2. De onderdelen van een plantencel benoemen en hun functie beschrijven
  3. Uitleggen waarom een kruidachtige en houtachtige planten rechtop  blijven staan
  4. Uitleggen hoe water de cel inkomt komt en hoe het de cel verlaat


Slide 8 - Slide

Uit welke organen bestaat een plant?
  1. Wortels: opname water & mineralen + stevigheid 
  2. Stengel: stevigheid & transport
  3. Bladeren: nerven (vervoer) &
    bladmoes -> voeding maken
  4. Bloemen: voortplanting (zaden die verspreid worden)

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Waarom zijn sommige bloemen zo mooi?
A
Met hun mooie kleuren weerkaatsen ze het licht, bij te veel licht raken ze oververhit
B
Om geplukt te worden en in een vaas te eindigen
C
Het aantrekken van insecten om zaadjes te verspreiden (voortplanting)
D
Zodat ze opvallen en er niet zomaar mensen overeen lopen

Slide 12 - Quiz

Sleep de woorden naar de juiste plek
bloem
wortels
blad
stengel

Slide 13 - Drag question

Cellen en weefsels
Planten orgaan : een onderdeel van de plant met een taak.
  • bv een blad ->met ontelbaar veel cellen

Een groep cellen met dezelfde vorm en taak noem je een weefsels

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Hoe noem je een groep cellen van een plant met dezelfde vorm en taak?
A
Cytoplasma
B
Orgaan
C
Weefsel
D
Cel

Slide 16 - Quiz

Waaruit bestaat een plantencel?
  1. Celwand: stevige laag om de cel heen
  2. Celmembraan: vlies óm cytoplasma
  3. Cytoplasma: stroperige vloeistof. Hierin liggen de kern en bladgroenkorrels
  4. Celkern: klein bolletje in de cel; regelt alles wat in de cel gebeuren moet
  5. Vacuole: blaasje in midden van de cel dat 'volgempompt' is met water -> Stevigheid.
  6. Bladgroenkorrels: groene bolletjes in cytoplasma -> Maken voedingsstoffen voor de plant

Slide 17 - Slide

Hoe noem je de stroperige vloeistof in de plantencel, waarin de celkern en bladgroenkorrels liggen?

Slide 18 - Open question

Hoe noem je de 'directeur' van de cel; die alles regelt wat er in de cel gebeuren moet?

Slide 19 - Open question

Slide 20 - Slide

Wat heeft een dierlijke cel NIET, wat een plantencel wél heeft?
A
Cytoplasma
B
Celkern
C
Bladgroenkorrels
D
Celmembraan

Slide 21 - Quiz

bladgroenkorrel
celmembraan
celkern
vacuole
cytoplasma
celwand

Slide 22 - Drag question

Hoe blijft een plant rechtop?
Boom heeft dikke harde stengel met houtcellen
Houtcellen: dikke, stevige celwanden zónder cytoplasma,
zónder vacuole, zonder tussenwanden -> cellen zijn als buisjes
  • Houtachtige planten: rechtop door houtcellen.

Tulpen of rozen hebben water nodig voor stevigheid
Stengel komt vol met water -> in vacuole ->
drukt tegen celwand = stevige cel (binnenband fiets)
  • Kruidachtige planten: rechtop door water in vacuole

Slide 23 - Slide

Als de houtachtige plant geen water krijgt, blijven de takken nog rechtop- door de houtcellen. Alleen de bladeren hangen slap; zij hebben geen houtcellen. 

Slide 24 - Slide

Hoe noem je het deel van een plantencel dat zich volzuigt met water,
zodat de bloemen in de tuin rechtop staan?
A
Celmembraan
B
Vacuole
C
Celwand
D
Celkern

Slide 25 - Quiz

Wat zie je op de foto?
A
Organisme
B
Orgaan
C
Weefsel
D
Cel

Slide 26 - Quiz

Sleep de taken naar de juiste plek
1. Dit orgaan is voor de voortplanting. Hier ontstaan zaden, waaruit nieuwe planten groeien.
2. Water met mineralen opzuigen en verankering in de grond
3. Hierin lopen de nerven die zorgen voor vervoer van water en stoffen. Tussen de nerven zit bladmoes, daar maakt de plant zijn eigen voedingsstoffen.
4. Dit houdt de plant overeind. Hierin lopen dunne 'buisjes' die water en stoffen naar de bladeren en bloemen vervoeren.

Slide 27 - Drag question

Wat zie je op de foto?
A
Organisme
B
Orgaan
C
Weefsel
D
Cel

Slide 28 - Quiz

Hoe komt water in de cel?
  • De wortel met wortelharen zuigt water op
  • Water komt dan in vaten (al in de wortels) die door de stengel naar de bladeren lopen
  • Vaten liggen samen in vaatbundels
 

Slide 29 - Slide

Hoe verlaat water de cel?
  • Door warmte verdampt water in bladeren (houdt stroom op gang)
  • Water verlaat het blad door het huidmondje
  • Water van de buurcellen (met vacuole) verdampt via huidmondje
  • Huidmondjes: open en dicht 

Slide 30 - Slide

Als het heel warm is, staat een huidmondje dan open of dicht?
A
Open, dan kan hij makkelijk verdampten
B
Dicht, anders verdampt er teveel water

Slide 31 - Quiz

Opbouw van de les
  1. Introductie  ✓
  2. Voorkennis: plaatjes ✓
  3. Theorie: interactieve les ✓
  4. Korte pauze
  5. Vragen uit boek
  6. Quizvragen
  7. Vooruitblik

Slide 32 - Slide

5 minuten pauze

Slide 33 - Slide

10 minuten boost!


Opdrachten 5.1 (p. 59 uit het werkboek)

Slide 34 - Slide

Opbouw van de les
  1. Introductie  ✓
  2. Voorkennis: plaatjes ✓
  3. Theorie: interactieve les ✓
  4. Korte pauze ✓
  5. Vragen uit boek ✓
  6. Quizvragen
  7. Vooruitblik

Slide 35 - Slide

De punten quiz
  • Aan het einde van elke les 3 vragen
  • Ik kijk vragen na 
  • Op willekeurig moment een tussenstand
  • Leerling met meeste punten bij mijn laatste les krijgt een prijs

Slide 36 - Slide

Vraag 1: Met welk orgaan maakt de plant zijn eigen voedingsstoffen?
A) De bloemen
B) De stengel
C) De bladeren
D) De wortels

Slide 37 - Slide

Vraag 2: Waar in de plant kan je vaatbundels vinden?
A) Alleen in de wortels
B) Alleen in de stengels
D) Alleen in de bladeren (bladnerven)
E) In de wortels, stengels en bladeren 

Slide 38 - Slide

Vraag 3: Hoe blijft het water stromen door een plant?
A) Doordat er water verdampt in de bladeren blijft er water vanaf benden aangezogen worden
B) Doordat het zo hard regent wordt de snelheid van de regen overgenomen in de plant
C) De vacuole is een soort motortje dat stuwkracht genereert waardoor het wat omhoog wordt geduwd
D) Water is de enige stof op de aarde die geen zwaarte kracht ondervindt dus altijd omhoog wilt

Slide 39 - Slide

Vraag 1: Met welk orgaan maakt de plant zijn eigen voedingsstoffen?
A) De bloemen
B) De stengel
C) De bladeren
D) De wortels

Slide 40 - Slide

Vraag 2: Waar in de plant kan je vaatbundels vinden?
A) Alleen in de wortels
B) Alleen in de stengels
C) Alleen in de bladeren (bladnerven)
D) In de wortels, stengels en bladeren 

Slide 41 - Slide

Vraag 3: Hoe blijft het water stromen door een plant?
A) Doordat er water verdampt in de bladeren blijft er water vanaf benden aangezogen worden
B) Doordat het zo hard regent wordt de snelheid van de regen overgenomen in de plant
C) De vacuole is een soort motortje dat stuwkracht genereert waardoor het wat omhoog wordt geduwd
D) Water is de enige stof op de aarde die geen zwaarte kracht ondervindt dus altijd omhoog wilt

Slide 42 - Slide

Voor de volgende les
Opdrachten afmaken werkboek 5.1 (p.51 - 55 t/m 16)
Onderwerp volgende les: Planten groeien

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Video

Slide 45 - Slide