Je kunt uitleggen waarom Chili een unieke ligging heeft;
Je weet welke factoren van invloed zijn op het klimaat van Chili;
Je kunt het natuurverschijnsel El Niño beschrijven en uitleggen hoe het ontstaat.
1 / 23
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3
This lesson contains 23 slides, with text slides and 4 videos.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
lesdoelen:
Je kunt uitleggen waarom Chili een unieke ligging heeft;
Je weet welke factoren van invloed zijn op het klimaat van Chili;
Je kunt het natuurverschijnsel El Niño beschrijven en uitleggen hoe het ontstaat.
Slide 1 - Slide
1a. Chili is een uitgestrekt land en smal
1b. Chili heeft een unieke ligging in 2 verschillende luchtstreken: gematigde en tropen
Slide 2 - Slide
1c. De grens tussen de twee luchtstreken wordt bepaald door de 18 graden isotherm v.d. koudste maand.
Slide 3 - Slide
Klimaten lopen vaak evenwijdig aan de breedtegraden (breedtecirkels)
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Slide 6 - Slide
OPGAVE 2
2b.De loodrechte zonnestand beweegt zich tussen deze twee breedtecirkels.
2c. In december, januari en februari is het zomer in Chili (warmste maanden) omdat de zon dan loodrecht boven het ZH staat (steenbokskeerkring)
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
5 Klimaatfactoren (ook wel temperatuuractoren genoemd B37) bepalen het klimaat:
breedteligging
land-zeeverdeling
hoogteligging
ligging van gebergte
wind-en zeestromen
Slide 9 - Slide
geografische breedteligging
Algemene regel: Hoe verder van de evenaar hoe kouder het is.
Dit komt doordat: 1. Zonnestralen warmteverliezen naarmate ze langer onderweg zijn. 2. De zonnestralen op hogere breedte een groter oppervlak moeten verwarmen.
Slide 10 - Slide
Ligging t.o.v. de zee
algemene regel: zeewater warmt minder snel op en koelt minder snel af dan land.
Wind van zee is in de winter warmer
Wind van zee is in de zomer koeler
Een windje van zee neemt regen mee! (hoe verder van zee, hoe minder neerslag).
Slide 11 - Slide
Hoogteligging
hoe hoger hoe kouder
per 1000m stijging, wordt temperatuur 6°C kouder
de hoogteligging bepaalt de plantengroei in de bergen:
zie
Hoe hoger op een berg, hoe kouder en dus hoe minder begroeiing.
De boomgrens (: punt waarop het te koud wordt voor bomen) ligt in de Alpen ongeveer op 1800 meter.
Slide 12 - Slide
Ligging van gebergte
Algemene regel: Wind van zee neemt waterdamp mee, bij het gebergte stijgt de lucht, koelt af, waterdamp condenseert en dat geeft neerslag. (loefzijde)
Als de lucht is afgekoeld gaat hij dalen en de lucht wordt warmer waardoor hij waterdamp vasthoudt, het blijft droog.
Slide 13 - Slide
Zee-en windstromen
warme zeestromen zorgen boven land voor:
verwarmend effect
meer verdamping, dus meer neerslag.
Koude zeestromen zorgen boven land voor:
-verkoelend effect
-minder waterdamp, dus droogte.
Slide 14 - Slide
Opgave 4: droogte in Chili
Deze droogte wordt veroorzaakt door twee klimaatfactoren:
Zeestromen: de koude (Humboldt)stroom zorgt dat er weinig verdamping is.
De ligging van het andesgebergte zorgt er voor dat de lucht aan de westzijde daalt.
Slide 15 - Slide
opgave 5a en 5b: GB 55e druk kaart 244 laat zeestromen zien.
De Humboldtstroom gaat richting het noorden
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Video
opgave 6: klimaten in Zuid-Amerika
tropisch regenklimaat
en
gematigd klimaat
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Video
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Video
Verschillen in een El Nino jaar met de normale situatie
Temperatuur
Luchtdrukgebieden zijn tijdens El Nino anders dan in een normale situatie.