1. Bijvoegelijke naamwoorden die eindigen op een
klinker (vb. neu), op
-d of -t (vb. bekannt) of op een
sis-klank (s, ß, z, sch vb. heiß), krijgen in de overtreffende trap een een extra e.
heiß, heißer, am heißesten
2. De meeste éénletterige bijvoegelijke naamwoorden krijgen een umlaut in de vergrotende en overtreffende trap. Voorbeelden:
alt - älter - am ältesten;
dumm - dümmer - am dümmsten