Zelfbeeld 14-9


Assertiviteit 
  
1 / 34
next
Slide 1: Slide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson


Assertiviteit 
  

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Als er een groot verschil is tussen iemands zelfbeeld en zijn/haar ideaalbeeld, dan noemen we dit ook wel:
A
lage zelfwaardering
B
hoge zelfwaardering
C
positief zelfbeeld
D
negatief zelfbeeld

Slide 3 - Quiz

Jezelf kennen...




Jezelf leren kennen is een levenslang proces.
Gelukkig hoef je dat niet alleen te doen. 
Ook anderen houden je wel eens een spiegel voor...

Slide 4 - Slide

Weten wie je bent, wat je wil, nodig hebt ....
In je de praktijk of in je privé zal je regelmatig in situaties komen waarbij jouw belangen en behoeften botsen  met die van een ander.

Het is handig te weten welke manier het best passend is 
voor jou zelf en voor cliënten.

Slide 5 - Slide

Jezelf beter leren kennen 
door het Johari-venster
Je kunt 'erdoor' kijken (of uitleggen) 
wat je van jezelf weet en wat je aan anderen wilt laten zien.

De naam ‘Johari’ is afgeleid van de namen van de ontwikkelaars: Jo seph Luft en Har ry ngham.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Je hebt zelf niet door dat je altijd een stuk rustiger bent als de leidinggevende in de buurt is. Je collega’s merken dat wel.
A
Open ruimte
B
Verborgen gebied
C
Blinde Vlek
D
Onbekend Gebied

Slide 8 - Quiz

Je hebt er moeite mee als mensen zeggen dat je iets niet goed doet, maar dat weet niemand van je.
A
Open ruimte
B
Verborgen gebied
C
Blinde Vlek
D
Onbekend Gebied

Slide 9 - Quiz

Je wist niet dat je het in je had omdat je bang bent voor bloed, maar toen je getuige was van een verkeersongeval, heb je zonder paniek en op rustige en correcte wijze hulp verleend.
A
Open ruimte
B
Verborgen gebied
C
Blinde Vlek
D
Onbekend Gebied

Slide 10 - Quiz

Iedereen weet dat jij erg nieuwsgierig bent en altijd veel vragen stelt. Dat weet je zelf ook.
A
Open ruimte
B
Verborgen gebied
C
Blinde Vlek
D
Onbekend Gebied

Slide 11 - Quiz

Valkuilen
Er kunnen redenen zijn waardoor het voor jou lastig is een waarheidsgetrouw beeld van jezelf te hebben.

Slide 12 - Slide

Luister rustig naar de uitleg
en bepaal per valkuil of 
jouw beeld over jezelf 
hierdoor wordt beïnvloed.

Slide 13 - Slide

Valkuilen 1
  • jezelf verkeerd waarnemen (ik-ben-ik-beleving / zo ben ik nu eenmaal...)
  • anderen verkeerd waarnemen ( bepaalde betekenis geven aan de reactie vd ander)
  • zaken uitleggen vanuit een negatief zelfbeeld; (Ik doe er niet toe en daarom...)
  • zichzelf waarmakende voorspellingen doen; (zie je wel dat het mij nooit lukt)

Slide 14 - Slide

Valkuilen 2
  • niet-reële vergelijkingen maken; (ik moet net zo goed zijn als ...)
  • niet naar de gehele situatie kijken; (vergeten dat er meer aan de hand kan zijn)
  • denken dat de ideale mens bestaat; (je moet perfect zijn)
  • denken dat je eigenschappen óf wel óf niet bezit. (zwart -wit)

Slide 15 - Slide

Ik heb me herkend in ...
1 - 2 valkuilen
3 -5 valkuilen
meer dan 5 valkuilen
helemaal geen valkuilen

Slide 16 - Poll

Assertiviteit
zelfverzekerd en op een rustige wijze 
opkomen voor jezelf 
en je eigen belangen en behoeften, 
zonder de ander te kwetsen 
of diens belangen te ontkennen of te schaden.

Slide 17 - Slide

Wat doe je wanneer je Assertief reageert?

Slide 18 - Open question

Als je assertief bent...
A
denk je aan jezelf en de ander
B
denk je alleen aan de ander
C
denk je alleen aan jezelf
D
geef je je grenzen niet aan

Slide 19 - Quiz

Waarom is het belangrijk
om voor jezelf op te komen?

Slide 20 - Mind map

Assertief reageren is de beste manier van reageren. Het is belangrijk dat je kunt opkomen voor je eigen belangen.
Als je opkomt voor je eigen belangen, dan:
A
Blijft het contact goed met collega's, cliënten en leidinggevende.
B
Houd je plezier in je werk en kun je ontspannen blijven.
C
Krijgen cliënten beter contact met jou, je collega's en hun familieleden.
D
Zet je jezelf op de eerste plaats, boven het belang van anderen.

Slide 21 - Quiz

Drie manieren van reageren

1 assertief
2 non-assertief 
3 agressief

Slide 22 - Slide

1 Assertief
- respectvol naar jezelf en de ander
- komt voor zichzelf op

Ontstaat door: zelfvertrouwen en zelfrespect

Gevolgen: je weet waar je aan toe bent bij deze persoon, geeft de mening, laat zelfrespect zien

Slide 23 - Slide

2 Non-assertief gedrag
- je komt niet voor jezelf op
- voor je leidinggevende lijkt het alsof je het eens bent met hoe het gaat 

Ontstaat door: angst dat je het niet goed genoeg doet op stage

Gevolgen: te vaak 'ja' zeggen leidt tot overbelasting, minder plezier in het werk, stress.

Slide 24 - Slide

3 Agressief gedrag
- voelt zich snel aangevallen
- stellen eigen belangen en behoefte veilig, niet die van een ander

Ontstaat door: onzekerheid 
Gevolgen: anderen zijn bang voor hem/haar, geen relatie met cliënten en collega's, ander voelt zich ongemakkelijk, steeds vaker en sneller agressief

Slide 25 - Slide

Tim loopt stage en zijn begeleider vraagt hem of hij langer door wil werken vandaag. Hij moet eigenlijk naar een verjaardag, maar zegt: als het echt moet kan het wel. Dit is een voorbeeld van:
A
assertief gedrag
B
agressief gedrag
C
non-assertief gedrag

Slide 26 - Quiz

Tim krijgt feedback van zijn stagebegeleider over zijn 'op tijd' komen. Hij zegt terug: alsof jij nooit te laat bent, ik luister hier niet langer naar. Dit is een vorm van:
A
assertief gedrag
B
agressief gedrag
C
non-assertief gedrag

Slide 27 - Quiz

Wat is het belang van assertief gedrag op stage?

Slide 28 - Open question

Oorzaken van niet assertief gedrag:
  Onzekerheid                                                                         bescheidenheid 

te hoge verwachtingen                                                                               verlegenheid
 
schuldgevoelens                                                                               sterk plichtsbesef 

erbij willen horen                                                                                       bewuste keuze 

Slide 29 - Slide

Assertiviteit laten zien:
Weiger verzoeken die te veel zijn, doe dit zo:
- duidelijk en rustig, 
- in de 'ik' vorm
- leg uit waarom je iets niet wilt
- geef suggesties/oplossingen
- houd het kort. 

Slide 30 - Slide

Je stagebegeleider vraagt je de vaatwasser uit te ruimen, maar je bent al 20 minuten over werktijd heen.
Hoe zeg je 'nee' op een assertieve manier?

Slide 31 - Open question

Geef 1 tip aan een klasgenoot:
hoe kunnen zij assertief gedrag laten zien op stage?

Slide 32 - Open question

Tips:
1. Als je assertief bent wil je het samen goed doen, dus vraag vooral om hulp. 
2. Blijf achter je keuzes staan (ga niet twijfelen als je 'nee' gezegd hebt)
3. Onderhandel als nee zeggen niet mogelijk is, zodat je niet te veel doet. 

4. Gebruik geen smoesjes
5. zeg geen ja, als je nee bedoelt
6. spreek in de ik-vorm
7. denk mee over oplossingen

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide