Deelonderwerpen

H3 Lezen
Doel: Deelonderwerpen, tussenkopjes, globaal lezen, kernzin 
1 / 33
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

H3 Lezen
Doel: Deelonderwerpen, tussenkopjes, globaal lezen, kernzin 

Slide 1 - Slide

WAT ZIJN DEELONDERWERPEN?

Slide 2 - Slide

deelonderwerpen lekker eten

Slide 3 - Mind map

Alinea's?

Tussenkopjes?

Deelonderwerpen?

Slide 4 - Slide

Deelonderwerp
  • Het onderwerp van één (of meerdere) alinea's.
  • Iedere alinea gaat over een deelonderwerp.
  • Je hebt (bijna) altijd meerdere deelonderwerpen in een tekst.


Slide 5 - Slide

Onderwerp + deelonderwerpen
Drie alinea's in het middenstuk.

Drie deelonderwerpen in het middenstuk.
onderwerp
deelonderwerp
deelonderwerp
deelonderwerp
inleiding
slot

Slide 6 - Slide

Onderwerp: 
Black Friday 
Deelonderwerp:
Ontstaan van Black Friday 
Deelonderwerp:
Drukte in de stad.
Deelonderwerp:
Goede aanbiedingen of onzin aanbiedingen
Middenstuk: 

Alinea 3

Alinea 4
Alinea 2

Slide 7 - Slide

Onderwerp + deelonderwerpen
  • De 5W + 1H Vragen bepalen je deelonderwerpen.
  • Het onderwerp vind je meestal terug in de titel.

Slide 8 - Slide

Onderwerp tekst: mondkapjes op scholen 
Deelonderwerp:
Regels mondkapjes
Deelonderwerp:
Verzet tegen mondkapjes
Deelonderwerp:
Mening schoolleiding mondkapjes
Middenstuk: 
Alinea 3/4
Alinea 5
Alinea 2
Inleiding: alinea 1 
Slot: alinea 6

Slide 9 - Slide

Deelonderwerp
  • Elke alinea heeft een eigen     deelonderwerp.
  • Elk deelonderwerp heeft met het   hoofdonderwerp te maken.
  • Het tussenkopje van een alinea geeft vaak informatie over het deelonderwerp. 

Slide 10 - Slide

GLOBAAL LEZEN
Je gebruikt de leesstrategie globaal lezen als je snel wilt weten waarover een tekst gaat en of deze interessant voor je is.

- Door de titel, tussenkopjes, inleiding en de eerste en laatste alinea te lezen kom je achter de belangrijkste boodschap.
 - Je activeert dan ook jouw voorkennis en je kunt de inhoud van de tekst al een beetje voorspellen.

Slide 11 - Slide

Globaal lezen
Globaal lezen: het snel bekijken van een tekst
Dit doe je als je snel wilt weten waar een tekst over gaat of om te kijken of hij interessant voor je is.
Je hoeft de tekst dan niet helemaal precies te lezen.
In één minuut kun je een goed idee krijgen van waar een tekst over gaat.

Slide 12 - Slide

Globaal lezen: 5 stappen
1. Lees de titel en de tussenkopjes.
2. Lees de inleiding en bekijk de afbeeldingen.
3. Lees de eerste zin van elke alinea en de slotalinea.
4. Bedenk wat je al weet over het onderwerp.
5. Bedenk waar de tekst over zou kunnen gaan.
           Let op: de belangrijkste boodschap 
           staat vaak in de inleiding of in de slotalinea.

Slide 13 - Slide

Deelonderwerpen over puppies

Slide 14 - Open question

Bij het onderwerp horen altijd deelonderwerpen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

Een onderwerp kan je verdelen in
A
Tussenkopjes
B
Deelonderwerpen

Slide 16 - Quiz

Deelonderwerpen staan in..
A
Inleiding
B
Slot
C
Kern
D
Conclusie

Slide 17 - Quiz

Deelonderwerpen zijn altijd maar 1 alinea
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

Waar vind je deelonderwerpen?
A
Inleiding
B
Kern
C
Slot

Slide 19 - Quiz

Globaal lezen is...
A
Alles doorlezen van begin tot eind
B
De titels en tussenkopjes + eerste zin van een alinea lezen
C
Op zoek gaan naar uitgebreide informatie
D
Bedenken of wat er in de tekst staat ook klopt

Slide 20 - Quiz

Opbouw alinea
Langere teksten zijn opgebouwd uit alinea's.
Een alinea bestaat uit een kernzin.

Veel alinea's beginnen met de kernzin.
Als je twijfelt, kijk dan naar welke zin wordt toegelicht

Slide 21 - Slide

KERNZINNEN
Kernzin
De belangrijkste informatie van een alinea.
Waar staat de kernzin? 
  • De 1e zin is de kernzin.
  • De 2e zin van een alinea is de kernzin.
  • De laatste zin van de alinea is de kernzin.


Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Kernzinnen
Kernzin
De belangrijkste informatie van een alinea.
Waar staat de kernzin?
  • Er is geen kernzin. Alle zinnen bevatten belangrijke informatie.
  • De 1e zin is de kernzin.
  • De 2e zin van een alinea is de kernzin. De 1e zin is een inleidende zin.
  • In het midden van de alinea staat de kernzin.
  • De laatste zin van de alinea is de kernzin.


Slide 24 - Slide

Alineaopbouw
Een alinea is opgebouwd uit een kernzin met daarbij voorbeelden bij of toelichting op de kernzin.
De kernzin vind je meestal aan het begin van een Alinea

Slide 25 - Slide

De alinea's van het middenstuk
  • elke alinea heeft een deelonderwerp
  • elke alinea heeft een kernzin
  • in de rest van de alinea geef je toelichting bij de kernzin



Slide 26 - Slide

Kernzin
Kernzin =  de belangrijkste zin van een alinea

In elke alinea staat een kernzin.

Als je de kernzinnen van alle alinea's achter elkaar zet (en wat woorden aanpast), dan heb je dus eigenlijk een samenvatting van de tekst.

Slide 27 - Slide

Wat is een kernzin?
A
De eerste zin van de inleiding
B
De laatste zin van het slot
C
De belangrijkste zin van een tekst
D
De belangrijkste zin van een alinea

Slide 28 - Quiz

Wat is een kernzin?
A
De kernzin staat altijd onderaan de tekst
B
In de kernzin staat de belangrijkste informatie uit een alinea
C
In de kernzin staat het belangrijkste uit de hele tekst
D
De kernzin is de zin in het midden van een tekst. Daarom heet het ook KERNZIN...

Slide 29 - Quiz

Een kernzin is dus een hoofdzaak. Na de kernzin komt dus...
A
Een bijzaak
B
Een hoofdzaak

Slide 30 - Quiz

Lees (en beluister) de tekst.

Slide 31 - Slide

De tekst bestaat uit vier zinnen. Wat is volgens jou de belangrijkste zin?

Slide 32 - Open question

Als zin 2 de belangrijkste zin van de tekst is,
wat is dan het tekstdoel?
A
Instrueren
B
Informeren
C
Adviseren
D
Overhalen

Slide 33 - Quiz