§5.2 Katalyse en energiediagrammen


De reactie snelheid wordt gemeten van de reactie tussen magnesium en zoutzuur. (y-as = reactiesnelheid)
Proef 1: Magnesium is in poedervorm.
Proef 2: Dezelfde hoeveelheid magnesium is in lintvorm.

Welke grafiek klopt?
A
1 / 16
next
Slide 1: Quiz
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson


De reactie snelheid wordt gemeten van de reactie tussen magnesium en zoutzuur. (y-as = reactiesnelheid)
Proef 1: Magnesium is in poedervorm.
Proef 2: Dezelfde hoeveelheid magnesium is in lintvorm.

Welke grafiek klopt?
A

Slide 1 - Quiz

vorige keer
reactiesnelheid hangt af van
- soort stof
- concentratie
- verdelingsgraad
- temperatuur

vandaag : katalysator + energiediagrammen

Slide 2 - Slide

energie-effecten
In elke stof zit chemische energie opgeslagen.

Bij elke chemische reactie is er een energie-effect:
Er kan energie vrijkomen of energie nodig zijn (ingaan)

Energie vaak in de vorm van warmte. (soms ook licht of geluid)

Slide 3 - Slide

Endotherm
Exotherm

Slide 4 - Slide

activeringsenergie, om de reactie te starten
Papier reageert met zuurstof. Toch gebeurt dat (gelukkig) niet spontaan. Er is actieveringsenergie voor nodig.

Slide 5 - Slide

exotherm, want de reactie producten hebben minder chemische energie.

Het verschil in energie komt vrij = reactie warmte.

Activeringsenergie is nodig om de reactie op gang te brengen.

Slide 6 - Slide

endotherm, want de reactie producten hebben meer chemische energie.

Het verschil in energie is erin gestopt.

Activeringsenergie is nodig om de reactie op gang te brengen en op gang te houden. (zonder energie stopt de reactie meteen)

Slide 7 - Slide

katalysator
Een katalysator is een hulpstof die een bepaalde reactie (specifiek)  kan versnellen en bij lagere temperatuur mogelijk maakt.
De katalysator wordt niet verbruikt, maar is na afloop van de reactie over.

Slide 8 - Slide

Een katalysator is een hulpstof die een bepaalde reactie kan versnellen.

katalysator => activerings-energie gaat omlaag.

Slide 9 - Slide

enzymen
Enzymen zijn natuurlijke, biologische katalysatoren.




bijvoorbeeld:
                Enzymen in cellen, in maagsap, in speeksel.

Enzymen kunnen gebruikt worden voor de productie van zetmeel uit cellulose.  (§5.2)
amylase
katalase
lipase

Slide 10 - Slide

Wat is de invloed van een katalysator op de reactie tijd? en op de hoeveelheid waterstof die ontstaat?

A
De reactie tijd wordt langer en er ontstaat evenveel waterstof
B
De reactietijd wordt korter en er ontstaat meer waterstof.
C
De reactietijd wordt korter en er ontstaat evenveel waterstof.
D
De reactietijd blijft gelijk en er ontstaat meer waterstof.

Slide 11 - Quiz

2 H2 + O2
2 H2O
 
2  H2O
Endotherm
Exotherm
       2 H2 + O2
De beginstoffen hebben minder chemische energie dan de producten
De beginstoffen hebben meer chemische energie dan de producten
Hoeveelheid chemische energie in de stoffen
Energie effecten

Slide 12 - Slide

Energie (kJ)
tijd

Wat de reactie vergelijking?

Endotherm of exotherm?

Hoeveel energie komt er vrij/is nodig?

Hoeveel energie is er nodig om deze reactie te starten?

Neem over en schets de grafiek als een katalysator gebruikt wordt.

Slide 13 - Slide

huiswerk §5.2 bestuderen
opgave 17 tm 21  maken en nakijken.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

waterstof gas
(ml)

Slide 16 - Slide