Kies uit: tegenwoordige tijd of verleden tijd(PVTT of PVVT)
Let op tijdsbepaling binnen een zin!
PVTT: nu, morgen, vandaag, later, volgende week (als er geen tijdsbepaling in de zin staat, kies je ook voor PVTT).
PVVT: gister, vorige week, toen, vorige keer, laatst, etc.