De koningen van de Franken hadden
edelen/
vazallen nodig:
- als krijgsman in tijd van oorlog.
- als raadgever voor het bestuur.
Om hen aan zich te binden (geld was er amper dus werd grond als betaalmiddel gebruikt) gaf de "leenheer" (koning) een stuk land in leen aan een "leenman" (edelman/vazal/ridder). Dit heet het leenstelsel.
Leenheer geeft land in leen
Leenman zweert een eed van trouw, militaire steun en raad van het bestuur.