Thema 4 herhaling hele werkwoord

Thema 4 herhaling hele werkwoord
1 / 14
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 5

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Thema 4 herhaling hele werkwoord

Slide 1 - Slide

Doel
Ik kan het hele werkwoord opschrijven.

Wij-vorm

Slide 2 - Slide

Drie vormen
Ik vorm
Hij vorm
Wij vorm

Rennen
Ik ren, hij rent, wij rennen

Slide 3 - Slide

Hij vorm
= een ander.

Je oma, je broertje, de meester, de juf, het meisje, etc.

Slide 4 - Slide

Voorbeeld
Ik speel nooit meer met de lego.

Ik speel

Wij ..........

--> spelen

Slide 5 - Slide

Ik speel het spel.
Hele werkwoord =
Wij .........

Slide 6 - Open question

Hij werkt heel erg hard.
Hele werkwoord =
Wij .............

Slide 7 - Open question

Er loopt een bijzonder persoon.
Hele werkwoord =

Slide 8 - Open question

De onderduiker glimlacht naar mij.
Hele werkwoord =

Slide 9 - Open question

De oma fluistert iets in zijn oor.
Hele werkwoord =

Slide 10 - Open question

De opa maakt een tekening.
Hele werkwoord =

Slide 11 - Open question

Ik kan het het hele werkwoord schrijven.
Ik vind het lastig. Ik doe mee met de instructie.
Ik kan het redelijk. Ik maak 1 en 2.
Ik kan het goed, ik maak 2 en 3.

Slide 12 - Poll

Wandel en wissel uit
Je loopt met je kaartje door de klas. Benoem het hele werkwoord van het werkwoord van de ander.

Slide 13 - Slide

Verwerking
Maak het blad.

Slide 14 - Slide