1kbc maandag 12 april, Over Taal blok 3: woordenschat

1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Vandaag: 
  • Doel van de les
  • Over Taal: woordenschat 
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting les

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Doel van de les
Na deze les:


Weet je wat klankvaste en klankveranderende werkwoorden zijn
Heb je een grotere woordenschat





Slide 3 - Slide

This item has no instructions

De vorige keer
Wat zijn klankvaste werkwoorden ook alweer? 
En klankveranderende?

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Klankvast of klankveranderend?
Werken
Fietsen
Denken
Bellen
Hangen
Eten
Bedenken

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

PV in de verleden tijd
En: klankvast of klankveranderend?
 

Hij .... (zijn) met veel plezier aan het bakken
Op het digibord ....(staan) de antwoorden van de opdrachten
Ik ... (missen) mijn moeder toen ze op vakantie was
Doordat het .... (misten), zag de bestuurder bijna niets.
Gelukkig .... (leiden) dat niet tot een gevaarlijk ongeluk
De fietsen .... (zijn) omgevallen

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Het huiswerk was
Blok 3 spelling:
Paragraaf 3.9 opdrachten theorie tot en met 27 + dictee

Bespreken 25 t/m 27

Zijn er vagen, is het gelukt?

Slide 7 - Slide

Wouter helpen met werkwoordelijk gezegde
Over Taal: tekst lezen
Boek blz 130 (tekst 7)

Wat betekent...

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Aandachtig

Slide 9 - Mind map

Met veel aandacht
Typisch

Slide 10 - Mind map

Kenmerkend
Wat betekent: definitie?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Wat betekent: gecombineerd?

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Ronduit

Slide 13 - Mind map

Beslist
Vanzelfsprekend betekent:
misschien
Waar
Niet waar

Slide 14 - Poll

Betekent: uiteraard, natuurlijk, dat spreekt vanzelf
Wat betekent: gebruikelijk?

Slide 15 - Open question

Betekenis: gewoon, normaalgesproken
Wat betekent: geschikt?

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Wat betekent: nuttig?

Slide 17 - Open question

Bruikbaar, het komt van pas
Eventueel, betekent:

(Ik wil straks eventueel wel wat voor je meenemen)
A
misschien
B
straks
C
beslist
D
gewoon

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Verband, betekent:
(Het houdt verband met elkaar)
A
bruikbaar
B
geschikt
C
samenhang
D
gewoon

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Nu jij
Wat
Blok 3, over taal, woordenschat: Paragraaf 3.10: opdrachten  29a tot en met 30.2
Hoe
Zelfstandig
Hulp nodig?
Vraag de docent
Hoe lang
15 minuten
Klaar?
Dan door met 3.11: kijk naar taal: opdrachten theorie tot en met 31.3

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Afsluiten

* Is het gelukt?
* Wat vind je van de lessen?
* Huiswerk opdrachten :

Blok 3, over taal, woordenschat: Paragraaf 3.10: opdrachten 29a tot en met 30.2
Paragraaf 3.11: kijk naar taal: opdrachten theorie tot en met 31.3

 


    
            


Slide 21 - Slide

This item has no instructions