les 6: De grote vrijheidsbeperkende maatregelen Quiz

Welkom!
  1. Leg je jas en tas op de tafels 
  2. Pak je telefoon uit je tas 
  3. Ga zitten op een stoel naar keuze 


1 / 30
next
Slide 1: Slide
BeroepscodeMBOStudiejaar 1

This lesson contains 30 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Welkom!
  1. Leg je jas en tas op de tafels 
  2. Pak je telefoon uit je tas 
  3. Ga zitten op een stoel naar keuze 


Slide 1 - Slide

De grote vrijheidsbeperkende maatregelen Quiz!

Slide 2 - Slide

Er zijn vier rondes: 
  1. Juist/Onjuist 
  2. Betekenis / definiëren 
  3. Wetgeving
  4. Meningsvorming

Slide 3 - Slide

Je krijgt 10 minuten de tijd.....
Wat: Zoek informatie op over de volgende onderwerpen. 
Hoe: Met je telefoon 
Wie; In samenwerking met je groepje 
Tijd: 10 minuten 
Klaar: Even wachten 


Slide 4 - Slide

Onderwerpen
  1. Wat is vrijheidsbeperking?
  2. Vormen van vrijheidsbeperkende maatregelen
  3. Fysieke vrijheidsbeperkende maatregelen
  4. Middelen en maatregelen 
  5. Wetgeving vrijheidsbeperkende maatregelen

Slide 5 - Slide

Je krijgt verschillende vragen. 
Juist / Onjuist vragen = Rode en groene blaadjes 

A, B, C vragen = A, B en C

Open vraag = lege blaadjes + pen 

Slide 6 - Slide

Even oefenen...
Vrijheidsbeperkende maatregelen zijn bijvoorbeeld:
een zweedse band in bed of stoel, bedhekken omhoog doen, gordels in (rol)stoel, vast tafelblad aan de (rol)stoel, plank onder de stoel, deur op slot

Juist 
Onjuist 

Slide 7 - Slide

Even oefenen....
Wat is vrijheidsbeperking? 

A) Dat mensen hun mening niet meer mogen geven 
B) Dat mensen worden beperkt in hun bewegingsvrijheid, vrijheid van meningsuiting en vrijheid om hun eigen leven in te richten 
C) Mensen met een beperking hebben geen vrijheid meer. 

Slide 8 - Slide

Maaaaaaar eerst: ........
Kijk even op de achterkant van je papier. 

Slide 9 - Slide

Spelregels:
- Degene die op de stoel zit, wordt vastgemaakt middels vijf fysieke vrijheidsbeperkende maatregelen

- Als je een ronde met een voldoende afsluit, gaat 1 maatregel weg. 
                  Ik geef aan wanneer je de ronde met een voldoende afsluit. 

- Wie er als eerste los is, heeft het spel gewonnen. 

Slide 10 - Slide

De vijf maatregelen. 
  1. Buikband (zweedse band) 
  2. Benen vastgebonden. 
  3. Handen vastgebonden 
  4. Tafel (rolstoeltafel) . 

Slide 11 - Slide

Ronde 1: Juist/Onjuist 
Overleg met je team en maak een keuze.

Rood = onjuist 
Groen = juist 


Slide 12 - Slide

1. De zweedse band wordt bij 4% van de zorgvragers in Nederland ingezet. 



juist 
onjuist 

Slide 13 - Slide

2. De regels rondom vrijheidsbeperkende maatregelen staan op dit moment beschreven in de Wet zorg en dwang!
juist  
onjuist 

Slide 14 - Slide

3. Je mag als instelling altijd vrijheidsbeperkende maatregelen toepassen



juist
onjuist 

Slide 15 - Slide

4. Domotica (zoals een GPS) is een voorbeeld van een vrijheidsbeperkende maatregel.  



juist  
onjuist 

Slide 16 - Slide

5. Verplichte eet-/douche- en bedtijden is een voorbeeld van vrijheidsbeperking. 



juist  
onjuist 

Slide 17 - Slide

6. In 2014 werd bij 41 tot 64% van de Nederlandse ouderen in verpleeghuizen fysieke vrijheidsbeperking toegepast. 



juist  
onjuist 

Slide 18 - Slide

Ronde 2: Betekenis en definiëren

Slide 19 - Slide

Middelen en maatregelen zijn dwangmaatregelen om een noodsituatie op te lossen. Ze mogen alleen ingezet worden als het echt niet anders kan.

Slide 20 - Slide

Schrijf de definitie van de volgende vier middelen en maatregelen:

  1. Afzondering: 
  2. Separatie: 
  3. Fixatie:
  4. Medicatie (als vrijheidsbeperking): 

Slide 21 - Slide

Ronde 3: Wetgeving

Slide 22 - Slide

Vraag 1: 'Nee, tenzij'
De Wet zorg en dwang heeft de Wet Bopz per 1 januari 2020 vervangen. Het uitgangspunt van de nieuwe wet is ‘Nee, tenzij’. Dit betekent: 

A: De cliënt mag 'Nee' zeggen op onvrijwillige zorg, tenzij zijn mantelzorger aangeeft dat deze zorg van ernstig belang is. 

B: Onvrijwillige zorg mag in principe niet worden toegepast, tenzij er sprake is van ernstig nadeel voor de cliënt of zijn omgeving.

C: Geen vrijheidsbeperkende maatregelen, tenzij de cliënt dit even nodig heeft. 

Slide 23 - Slide

Vraag 2: Handelingsalternatieven
Bij de Wet zorg en dwang wordt eerst gekeken naar handelingsalternatieven voordat er gebruik wordt gemaakt van vrijheidsbeperkende maatregelen 

Juist 
Onjuist. 

Slide 24 - Slide

Vraag 3: Impact op welbevinden
De Wet Zorg & Dwang kijkt niet naar de impact op het lichamelijk en geestelijk welbevinden van de zorgvrager voordat onvrijwillige zorg wordt ingezet.  

Juist 
Onjuist 

Slide 25 - Slide

Vraag 4: Zorgplan
Wanneer onvrijwillige zorg wordt ingezet, moet je dit altijd in het zorgplan zetten. 

Juist 
Onjuist 

Slide 26 - Slide

Vraag 5: Termijn 
Onvrijwillige zorg mag maar een bepaalde tijd duren met als eis dat er een afbouwplan wordt gemaakt. Hoe lang mag de onvrijwillige zorg duren voordat het opnieuw geëvalueerd moet worden? 

A: Maximaal 1 maand 

B: Maximaal 3 maanden 

C: Maximaal 6 maanden. 

Slide 27 - Slide

Vraag 6: Middelen en maatregelen 
Middelen en maatregelen (besproken in de vorige ronde) zijn alleen toegestaan in een noodsituatie, als het echt niet anders kan. 
Hoe lang mogen deze middelen en maatregelen ingezet worden?

A: Maximaal 24 uur 
B: Maximaal 3 dagen 
C: Maximaal 7 dagen 

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Video

Ronde 4: Meningvorming
Overleg met je groepje. 

  1. Wat zijn vrijheidsbeperkende maatregelen volgens jullie? 
  2. Op welke manieren kun je dit allemaal terugzien in de praktijk?
  3. Wat vinden jullie van vrijheidsbeperking? 

Eén persoon naar voren die een korte pitch geeft over jullie mening
1 minuut de tijd voor de klas!! 

Slide 30 - Slide