samenvatting

• Nederlands
• Secondary Education

Planning

samenvatting

pantomime

komparatief

woorden zoeken

1. In zwei Wochen kaufe ich mir ein neues Fahrrad.

1. Zijn+ aan het +infinitief
2. Futur
3. Komparativ

2. Sie schreibt gerade einen Brief.

1. Zijn+ aan het +infinitief
2. Futur
3. Komparativ

3. Äpfel sind teurer als Bananen, aber schmecken genauso gut.

1. Zijn+ aan het +infinitief
2. Futur
3. Komparativ

Vertalen

1. In zwei Wochen kaufe ich mir ein neues Fahrrad.

2. Sie schreibt gerade einen Brief.

3. Äpfel sind teurer als Bananen, aber schmecken genauso gut. 

Schrijf 5 zinnen

Zijn+ aan het + infinitief

bijvoorbeeld: Ik ben aan het zwemmen

Maak groepjes van 4

Pantomime

Wat ben je aan het doen?

Beeld de Komparatief

groot

goed

lief

slecht

mooi

dan of even ... als?

Ik ben ... groot ... Taylor Swift.

Jij kan beter voetballen ... ik

Wij hebben meer huiswerk ... de andere klas.

Ik vindt scheikunde ... interessant ... wiskunde.

woorden zoeken