Twee zelfstandige zinnen (hoofdzinnen) worden ten onrechte ‘aan elkaar geplakt’ (zinnen ten onrechte samenvoegen):
– * In de zomervakantie wordt Terschelling overspoeld door toeristen, veel jongeren onder hen kamperen op campings als Cnossen en Appelhof. Het moet zijn: … toeristen. Veel …
Je kunt hoofdzinnen wel samenvoegen, maar dan moet je een puntkomma gebruiken (… toeristen; veel …) of een nevenschikkend voegwoord (en, maar, of, want, dus): … toeristen en veel …