• Twee zelfstandige zinnen (hoofdzinnen) worden ten onrechte ‘aan elkaar geplakt’: dat heet zinnen ten onrechte samenvoegen:
– * In het weekend is er een familiereünie, iedereen is welkom met of zonder partner.
Het moet zijn: … familiereünie; iedereen … of … familiereünie en iedereen .... Je kunt hoofdzinnen wel samenvoegen, maar dan moet je een puntkomma of een nevenschikkend voegwoord (en, maar, of, want, dus) gebruiken.