Les 1 Voortplantingstelsel van de man

Thema 2 Voortplanting en seksualiteit
1 / 13
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 2 Voortplanting en seksualiteit

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Paragraaf 1 : Voortplanting stelsel van een man

2.1.1 Je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van een man met hun ligging, bouw en functies noemen, in een afbeelding aanwijzen en hun werking beschrijven.


Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

mannelijke geslachtsdeel
In de teelbal worden zaadcellen gemaakt deze worden opgeslagen in de bijbal.

Samen zitten de teelbal en de bijbal in de balzak deze hangt buiten het lichaam en hier is de tempratuur iets lager dan in de rest van het lichaam dit is beter voor de zaadcellen.

Via de zaadleider worden de zaadcellen vervoerd.

Slide 4 - Slide

Erectie
De penis hangt meestal slap, maar hij kan ook groter en stijf worden. Dat noem je een ‘stijve’ of een erectie.
 In de Penis liggen om de urinebuis zwellichamen.  

Je hebt totaal 3 zwellichamen.
 1 aan de onderkant en 2 aan de bovenkant (links en rechtst) . 

Slide 5 - Slide

in gewone toestand (slap)
in erectie

Slide 6 - Slide

zaadlozing
Met een stijve penis kan een man zaadcellen in het lichaam van een vrouw brengen. Dat gebeurt tijdens geslachtsgemeenschap (‘sex’).

Door de bewegingen wordt de eikel van de man steeds geprikkeld waardoor er een zaadlozing kan plaatsvinden. 

Per zaadlozing komt ongeveer 1 theelepel sperma uit de penis.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

zaadcellen
Een zaadcel is de kleinste menselijke cel. 
Met de zweepstaart kan een zaadcel zich voortbewegen.
 Daardoor kunnen de zaadcellen na een zaadlozing de baarmoeder en de eileiders in ‘zwemmen’. 
Komen ze in de eileider een eicel tegen, dan kan die bevrucht worden.

Een eicel kan niet zelf bewegen en leeft maar 24 uur.

Slide 9 - Slide

Huiswerk
Thema 2 basisstof 1

opdracht 1-2 in je boek (BLZ 80)
en 
opdracht 4 t/m 6 in je schrift (BLZ 82)

Slide 10 - Slide

In de afbeelding is het voortplantingsstelsel van een man schematisch getekend.

In welk orgaan of welke organen worden zaadcellen gevormd?

Slide 11 - Open question

In de afbeelding zijn drie delen van het mannelijk voortplantingsstelsel aangegeven met letters.

Door welk deel vindt zowel afvoer van zaadcellen als van urine plaats?
A
Door deel p
B
Door deel Q
C
Door deel R

Slide 12 - Quiz

Wat is de functie van zaadleiders?
A
Beschermen van de eikel
B
Prikkels opvangen die kunnen leiden tot een orgasme
C
urine en sperma vervoeren
D
zaadcellen vervoeren

Slide 13 - Quiz