les 4

les 4
1 / 12
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

les 4

Slide 1 - Slide

leerdoelen

5 Je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van een man noemen met hun functies en kenmerken.

6 Je kunt de kenmerken van zaadcellen en eicellen noemen.

Slide 2 - Slide

mannelijke geslachtsdeel
In de teelbal worden zaadcellen gemaakt deze worden opgeslagen in de bijbal.

Samen zitten de teelbal en de bijbal in de balzak deze hangt buiten het lichaam en hier is de tempratuur iets lager dan in de rest van het lichaam dit is beter voor de zaadcellen.

Via de zaadleider worden de zaadcellen vervoerd.

Slide 3 - Slide

mannelijke geslachtsdeel
De zaadleider vervoerd de zaadcellen langs de prostaat en het zaadblaasje
Deze 2 organen voegen vocht aan de zaadcellen toe vanaf dit moment heet het mengsel sperma.

De zaadleider loopt over in de urinebuis.
aan de urinebuis zit ook de urineleider verbonden.
Via een opening in de eikel wordt urine en sperma uit het lichaam gebracht.

Slide 4 - Slide

Erectie
De penis hangt meestal slap, maar hij kan ook groter en stijf worden. Dat noem je een ‘stijve’ of een erectie.
 In de Penis liggen om de urinebuis zwellichamen.  

Je hebt totaal 3 zwellichamen.
 1 aan de onderkant en 2 aan de bovenkant (links en rechtst) . 

Slide 5 - Slide

in gewone toestand (slap)
in erectie

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

zaadlozing
Met een stijve penis kan een man zaadcellen in het lichaam van een vrouw brengen. Dat gebeurt tijdens geslachtsgemeenschap (‘neuken’).

Door de bewegingen wordt de eikel van de man steeds geprikkeld waardoor er een zaadlozing kan plaatsvinden. 

Per zaadlozing komt ongeveer 1 theelepel sperma uit de penis.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

zaadcellen
Een zaadcel is de kleinste menselijke cel. 
Met de zweepstaart kan een zaadcel zich voortbewegen.
 Daardoor kunnen de zaadcellen na een zaadlozing de baarmoeder en de eileiders in ‘zwemmen’. 
Komen ze in de eileider een eicel tegen, dan kan die bevrucht worden.

Een eicel kan niet zelf bewegen en leeft maar 24 uur.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

huiswerk
Hoofdstuk 4 paragraaf 3

Slide 12 - Slide