les 7: woonomgeving: sociale veiligheid en sociale cohesie (4.6)

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Sociale veiligheid en sociale cohesie

Welke rol speelt de woonomgeving op de leefbaarheid van een buurt?

- welke 2 soorten sociale veiligheid zijn er en wat is het verschil?

- welke maatregelen kan je nemen om de sociale veiligheid te verbeteren?

- wat is sociale cohesie?

uitleg

voorbeeld CE opgave maken

opgave nakijken

Buurtprofiel

Bewoners

kenmerken

Woning

kenmerken

Woonomgeving

Kenmerken van de mensen die er wonen.

Kenmerken van de huizen die er staan.

Gaat over hoe het 

op straat is.

Veiligheid

Onderhoud

Voorzieningen

Sociale cohesie

nos.nl

krachtwijken / prachtwijken / aandachtswijk

Wijken met een lage leefbaarheid waar de overheid maatregelen neemt om die te verbeteren.

• werkeloosheid
• schooluitval
• overlast
• spanningen tussen bevolkingsgroepen
• criminaliteit
• tienerzwangerschappen

De woonomgeving verbeteren

Objectieve sociale veiligheid

4 dingen die horen bij de woonomgeving:

Sociale veiligheid

Onderhoud

Voorzieningen

Sociale cohesie

Subjectieve
sociale veiligheid

Hoe vaak er feitelijk misdaden

ongelukken plaatsvinden.

Hoe veilig mensen zich voelen.

De veiligheid die de samenleving biedt.

Dus niet de kans op een natuurramp of een verkeersongeluk.

Maatregelen verbeteren subjectieve veiligheid

Een maatregel is een actie, iets wat je doet.

- meer lantaarnpalen plaatsen

- camera's ophangen

- meer politie op straat rond laten lopen

Tip voor goed antwoorden opschrijven op een toets.

Je fietst hier 's nachts.

Wat moet er veranderen om je veiliger te voelen?

Sociale Cohesie

Het gevoel van saamhorigheid. Elkaar kennen en betrokken zijn bij elkaar. 

In welke wijk is de sociale cohesie het hoogst?

1. veel huurwoningen en veel diversiteit
2. veel koopwoningen en veel diversiteit
3. veel huurwoningen en weinig diversiteit
4. veel koopwoningen en weinig diversiteit

Welke type wijken zijn vaak een probleemwijk (2 juist)?

1. Binnenstad (tot 1870)
2. Arbeiderswijk (1870-1920)
3. Vooroorlogse woonwijk (1920-1940)
4. Hoogbouw (1940-1970)

De oma van Sjaak loopt liever niet door het tunneltje waar vaak jongeren hangen.

1. Dit gaat over subjectieve (on)veiligheid
2. Dit gaan over objectieve (on)onveiligheid
3. Dit gaan over gentrificaite
4. Dit gaat over segregatie

Juiste argumenten vóór de stelling zijn: 1

− Het kronkelige stratenpatroon (zonder veel doorgaande straten) draagt bij aan de verkeersveiligheid.

− Woonerven / pleinen met woningen eromheen dragen bij aan sociale controle / toezicht.

Een juist argument tegen de stelling is: 1

Achter de woningen zijn veel onoverzichtelijke plekken (zoals brandgangen / pleintjes met garageboxen), waar het lastig is om toezicht te houden.

Uit de redenering moet blijken dat

• de ligging van Almere ten opzichte van Amsterdam / de Randstad

gunstiger is dan de ligging van Lelystad 1

• zodat mensen (uit onder andere Amsterdam en Lelystad) zich in

Almere vestigden en het inwoneraantal / voorzieningenniveau in

Lelystad daalde / stagneerde (en de leefbaarheid achteruit ging)

dimensies

economisch: inkomen, werkgelegenheid, handel etc.

politiek: regeringen, corruptie, mensenrechten, democratie etc.

cultureel: taal, geloof, tradities

fysisch: alles wat met de natuur te maken heeft, geen menselijke oorzaken.

demografisch: de bevolking: leeftijd, bevolkingsdichtheid en spreiding, geboortecijfer, sterftecijfer, levensverwachting.

Een juiste redenering is:

• De verplaatsing van luchthaven-gerelateerde activiteiten kan werk /

banen opleveren / trekt mensen naar de omgeving van Lelystad

(economische dimensie) 1

• maar deze economische boost kan wel gepaard gaan met

milieuproblemen (dimensie natuur) en/of geluidsoverlast (sociaalculturele dimensie) 1