Paarse vrijdag

Paarse vrijdag

Wat is Paarse Vrijdag?

Waar staan de letters LHBTIQA+ voor?

Lhbtiqa+

De letters staan voor lesbisch, homoseksueel, biseksueel, transgender, intersekse, queer en aseksueel.

Uitleg van de letters

Lesbisch: een vrouw die zich alleen of voornamelijk aangetrokken voelt tot andere vrouwen

Homo: een man die zich alleen of voornamelijk aangetrokken voelt tot andere mannen

Biseksueel: iemand die zich aangetrokken voelt tot meer dan één geslacht of gender

Transgender: een parapluterm voor mensen wiens gender anders is dan het geslacht dat bij

hun geboorte werd genoteerd

Intersekse: de ervaringen van iemand die geboren is met een lichaam dat niet past binnen

de gebruikelijke definities van ‘vrouwelijk’ of ‘mannelijk’

Aseksueel: iemand die geen of weinig seksuele aantrekking voelt tot andere personen

+

Panseksueel: iemand die zich aangetrokken voelt tot een persoon, ongeacht diens geslacht of gender

Cisgender: iemand wiens gender overeenkomt met het geslacht dat bij hun geboorte werd genoteerd

Non-binair: iemand wiens gender niet overeenkomt met het binaire (= tweezijdige)

onderscheid tussen ‘mannelijk’ en ‘vrouwelijk’

Heteronormatief: iets dat bezien is vanuit een perspectief waarin heteroseksualiteit de norm is

Stellingen

De antwoorden zijn anoniem.

Wil je je antwoord uitleggen in de klas?

Kies je woorden dan zorgvuldig en kwets anderen niet.

Je gebruikt in je antwoorden nooit namen.

Ik ben bekend met LHBTIQA+

1. Ik weet er veel vanaf
2. Ik weet het een beetje
3. Ik weet niet wat het is

In Nederland kan je zijn wie je wil zijn

1. Ja
2. Nee
3. Hangt af van de plek waar je bent
4. Een beetje

De LHBTIQA+ wordt niet gediscrimineerd

1. Ik denk van niet
2. Ik denk van wel
3. Ik heb voorbeelden hiervan gezien
4. Ik weet het niet

Op onze school kan iedereen veilig zichzelf zijn

1. Ja
2. Een beetje
3. Verschilt in de klas en op school
4. Nee

Op onze school wordt schelden met ‘homo’ altijd goed aangepakt

1. Ja, houden zo
2. Dit gebeurt niet
3. Nee, hier moet wat aan veranderen
4. Ik vind het geen schelden

Wat neem je mee uit deze les?