Les 3: Omgaan met klanten

omgaan met klanten


1 / 36
next
Slide 1: Slide
VerkooppraktijkPraktijkonderwijsLeerjaar 2

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

omgaan met klanten


Slide 1 - Slide

Lesplanning:
  • Wat ga je leren in de lessen 'werken in de winkel?'
  • Welk gedrag laat je zien in jouw winkel?
  • Rollenspel klantvriendelijkheid

Slide 2 - Slide

timer
1:00
In welke winkels word jij goed geholpen?

Slide 3 - Mind map

Als een verkoper niet vriendelijk is komt ik nooit meer in die winkel!
Dat klopt
Dat klopt niet

Slide 4 - Poll

Welk soort klant in de winkel zou je heel lastig vinden om klantvriendelijk bij te blijven?

Slide 5 - Open question

4

Slide 6 - Video

01:55
Kun je dit brood nog verkopen?
A
Ja natuurlijk!
B
Nee, dat is niet hygiënisch

Slide 7 - Quiz

02:46
Mag je zomaar een broodje frikandel eten als winkelmedewerker?
A
Ja is toch lekker!
B
Nee, maar stiekem wel.
C
Ja, alleen als deze nog lekker warm is.
D
Nee, dit mag nooit. Daar zet je je baan/stage mee op het spel.

Slide 8 - Quiz

04:55
Wat kan Chantal zeggen om beleefd om te roepen?

Slide 9 - Open question

05:24
Wat zou jij doen als de klant met zo'n vraag kwam?

Slide 10 - Open question

Zoek een plaatje van een persoon die vriendelijk is in een winkel!

Slide 11 - Open question

Zoek een persoon op waarbij jij denkt dat die lastig is in een winkel!

Slide 12 - Open question

Als verkoper mag je nooit vooraf oordelen over een klant
Waar
Niet waar

Slide 13 - Poll

Soorten winkels
  • Supermarkten;
  • kledingwinkels;
  • speciaalzaken;
  • Warenhuizen;
  • Online winkels (bijvoorbeeld Bol.com).

Slide 14 - Slide

1

Slide 15 - Video

02:40
Wat zou jij doen als een klant iets laat vallen?

Slide 16 - Open question

In welke winkel(s) zou jij willen werken?

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Video

Hoeveel korting krijg je voor de wasmachines?
A
66 procent
B
66 euro
C
15 procent
D
50 procent

Slide 19 - Quiz

Hoeveel moest hij betalen voor de snoep?
A
60 euro
B
6 euro
C
5,99 euro
D
1 euro

Slide 20 - Quiz

Wie is er altijd koning?
A
De baas
B
De klant
C
De personeel
D
De oudste

Slide 21 - Quiz

Hoeveel broodjes kebab wilt hij bestellen
A
5
B
1
C
15
D
3

Slide 22 - Quiz

Hoeveel broodjes kabab kan hij bestellen
A
2
B
3
C
1
D
5

Slide 23 - Quiz

Praktijkopdracht
- We gaan weer het rollenspel spelen in de kas!
Vandaag voor een cijfer

Let op!
- Altijd klantvriendelijk blijven
- Zorg voor een nette oplossing bij het probleem

Slide 24 - Slide

Wie is er altijd koning
A
De medewerker
B
De Oudste
C
De baas
D
De klant

Slide 25 - Quiz

Waarom deed de tv het niet
A
De tv was kapot
B
De tv stond nog uit
C
De tv was te duur
D
De tv was gevallen

Slide 26 - Quiz

Kassatraining


Ga verder met kassatraining op de laptop!

Slide 27 - Slide

Waar twijfelt de klant over?
A
over alles
B
over niets
C
over koken
D
over eten

Slide 28 - Quiz

Rollenspellen
Op correcte wijze:
  • klant begroeten
  • klanten te woord staan 
  • klant doorverwijzen
  • Klant helpen 
  • Klant gedag zeggen

Slide 29 - Slide

Rollenspel 1
Klant komt winkel binnen en vraagt waar de mayonaise staat. Je wijst de klant de weg en loopt mee naar de schap. Echter de schap blijkt leeg. De mayonaise is helaas uitverkocht. Wat doe je?

Slide 30 - Slide

Rollenspel 2
Je bent aan het vakkenvullen en een klant vraagt of haar zoontje even naar de wc mag.

Slide 31 - Slide

Rollenspel 3
Je bent aan het vakkenvullen en ziet een klant in een rolstoel die een product wil pakken die op de onderste schap ligt. De klant komt er vanwege de rolstoel niet goed bij.

Slide 32 - Slide

Rollenspel 4
Je bent de producten op FIFO aan het plaatsen in de schappen. Plots hoor je dat er allemaal glazen groente conserven op de grond vallen. Een klant heeft meerdere potjes doperwten op de grond laten vallen.

Slide 33 - Slide

Rollenspel 5
Een klant komt binnen met een grote hond. Je weet dat honden verboden zijn in de supermarkt waar jij werkt. Wat doe of zeg je?

Slide 34 - Slide

Waarom is
klantvriendelijk zijn
dus belangrijk?

Slide 35 - Mind map

Wat heb je geleerd vandaag?

Slide 36 - Open question