1.2 winkelexterieur

1.2 Winkelexterieur
1.3.2 Logische looproutes
1 / 25
next
Slide 1: Slide
SalesMiddelbare schoolmavoLeerjaar 6

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 1 min

Items in this lesson

1.2 Winkelexterieur
1.3.2 Logische looproutes

Slide 1 - Slide

Winkelinterieur 

Slide 2 - Slide

In welke winkels ga je niet binnen tijdens een dagje shoppen?

Slide 3 - Mind map

Wat houd je tegen om binnen te gaan?

Slide 4 - Mind map

Welke winkel bezoek je altijd als je gaat shoppen?

Slide 5 - Mind map

Waarom bezoek je telkens deze winkel?

Slide 6 - Mind map

Zorg voor een uitnodigende gevel en etalage die de aandacht trekken. Hoe doe je dat?

Slide 7 - Open question

Winkelinterieur
-De binnenkant van de winkel noem je het interieur. 
-Het winkelinterieur moet aansluiten bij de winkelformule.
-De winkelinrichting is vaak voor een langere periode vastgesteld.
-Bij een goede winkelinrichting is aandacht besteed aan het ontwerp, van       het interieur. 

Slide 8 - Slide

De lay-out van de winkel
-De lay-out van de winkel is de indeling van de ruimte. De indeling moet overzichtelijk en herkenbaar voor de klant zijn en in overeenstemming met de winkelformule.

-Iedere vierkante meter winkeloppervlak kost geld. Er wordt huur betaald. De opbrengst van het vloeroppervlak is een belangrijk gegeven bij de indeling van de winkel.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Ruimtes
-Verkoopruimte 
-Serviceruimte
-Operationele ruimte
-Kassaruimte

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Verkoopruimte
De verkoopruimte is het deel van de winkel dat wordt gebruikt om de artikelen te presenteren. Hier komen klanten winkelen.

Slide 14 - Slide

Serviceruimte
De serviceruimte is het vloeroppervlak dat is gereserveerd om service te kunnen verlenen

Slide 15 - Slide

Kassaruimte
De grootte van een kassaruimte is mede afhankelijk van de artikelen die je verkoopt.

Slide 16 - Slide

Routing
Met de routing wordt de looproute in de winkel bedoeld. Bij de inrichting van de winkel moet je rekening houden met het creëren van looppaden waardoor de klant zo doelmatig mogelijk door de winkel wordt geleid. De klant wordt eigenlijk langs alle artikelen geleid voor hij de winkel weer verlaat

Slide 17 - Slide

Routing

Slide 18 - Slide

Soorten routing
Looppadenpatroon= Paden met wegbewijzering, looproute met kleuren op de vloer aangegeven
Gedwongen routing=In sommige winkels kun je echt maar een richting uit lopen meestal langs alle producten
Vrije routing=In deze winkels kun je als klant zelf bepalen hoe je door de winkel loopt. Dit noem je Circuleren.

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Een goede routing creëert verkoopkansen door rekening te houden met het winkel gedrag van klanten. Denk aan............
-Klanten die de winkel binnenkomen, moeten zich eerst oriënteren. Ga ervan uit dat zij de eerste vijf meters nog niet bezig zijn om iets te kopen.

-Klanten zijn vooral rechts georiënteerd als ze artikelen pakken. ze houden in het looppad automatisch rechts aan.

-Veel klanten houden niet van lange rechten paden

-Veel klanten doen aan omtrek winkelen. zij kiezen vooral voor de buitenste looppaden en mijden de binnenste looppaden

Slide 21 - Slide

Sterke plekken in de routing:

plekken waar de klant langzaam loopt, even stilstaat of waar zijn aandacht wordt getrokken bijvoorbeeld:

-Afrekenpunt
-Kopstelling
-Schap op ooghoogte
Zwakke plekken in de routing:

-eerste paar meter wandstelling nadat je de winkel bent binnen gekomen
-De binnenste looppaden
-De linkerkant looppaden
-De achterwand van de winkel
-De hogere en lagere schappen in een stelling of meubel

Slide 22 - Slide

Opdracht klassikaal:
ontwerp de routing van je eigen supermarkt 
- ontwerp in een bestand naar keuze de plattegrond van jouw supermarkt
- vermeld duidelijk op de plattegrond waar welke afdelingen komen
- breng de looppaden aan met behulp van pijlen
- upload dit bestand in de bookwidget en beantwoord de bijhorende vragen 
- Bekijk de volgende 2 filmpjes  
-Kies een filmpje en vorm je eigen mening, beschrijf met vijf argumenten waarom je deze mening hebt. 
-Beschrijf hoe jij als winkelmedewerker hiermee om zou gaan.
-Deel je mening met je klasgenoten.

(Duur opdracht max 20 minuten)

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video