1b 11-03-2024 (2 lessen)

Wie gingen er als eerste de grot in?
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwoo, b, kLeerjaar 1,2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Wie gingen er als eerste de grot in?

Slide 1 - Slide

Weet je hun namen nog?

Slide 2 - Slide

Hoe zijn ze ook alweer vermist geraakt?

Slide 3 - Slide

Alert deel 4 
  • We luisteren naar deel 4.
  • Je leest mee in je boek op blz. 24-25.

Wie vertelt dit stukje?

Slide 4 - Slide

Wat is er gebeurd in dit stukje?

Slide 5 - Slide

Samenvatting deel 4 van het verhaal
Mo heeft Merel en Elsa gevonden.
Hij ziet van een afstandje dat John en Steijn iets doen waar hij van schrikt.

Wat zou dat kunnen zijn?

Slide 6 - Slide

We komen er achter in opdracht 5

  • We kijken een video (1 minuut).
  • Denk na over de vraag: Wat zou jij doen als je Mo was?

Slide 7 - Slide

Klassengesprek
Wat zou jij doen als je Mo was?

Slide 8 - Slide

Hoe hadden Merel en Elsa dit kunnen voorkomen?

Slide 9 - Slide

Wat vind je van John en Steijn?

Slide 10 - Slide

Maak opdracht 6 van les 4 in BLINK

Slide 11 - Slide

Huiswerk
Basis:

Maak les 4 van Alert af.
Kader:
Maak les 5 van Alert af.


Slide 12 - Slide

Samenvatting van het verhaal
  1. Schrijf in je eigen woorden op wat er is gebeurd in het verhaal.
  2. Zijn er nieuwe personages in het verhaal gekomen? Zo ja, wie?
  3. Vertel kort iets over het nieuwe personage.

Slide 13 - Slide

Plot26 Alert

Slide 14 - Slide

Wat vind je op
een flaptekst?

Slide 15 - Mind map

Wat is de functie van een flaptekst?
A
informeren
B
vermaken
C
overhalen
D
informeren en overhalen

Slide 16 - Quiz

Waarom maakt iemand een tijdlijn?
A
Om te zien hoe oud iemand is.
B
Om gebeurtenissen in de juiste volgorde te zetten.
C
Om te zien hoe een familie eruit ziet.

Slide 17 - Quiz

Waar horen de volgende functies thuis?
School
Polietiebureau
Ziekenhuis
docent
conciërge
arts
verpleegster
agent
officier

Slide 18 - Drag question

Wat is de functie van een alert-bericht?
A
Nieuwsgierige mensen informeren.
B
Iemand laten weten waar je bent.
C
Snel veel mensen om aandacht vragen.
D
Reclame maken.

Slide 19 - Quiz

Wat is een getuige?
A
Iemand die iets heeft gezien van een misdaad.
B
Iemand die heeft geholpen bij een misdaad.
C
Iemand die een misdaad heeft gepleegd.
D
Iemand die een misdaad heeft verzonnen.

Slide 20 - Quiz

Wat betekent fictie?
A
Een waargebeurd verhaal
B
Een verzonnen verhaal
C
Kan alle twee

Slide 21 - Quiz