Het getal van een zelfstandig naamwoord

Het getal van een zelfstandig naamwoord
enkelvoud en meervoud
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsSecundair onderwijs

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Het getal van een zelfstandig naamwoord
enkelvoud en meervoud

Slide 1 - Slide

Wat weet ik nog?
  • Neem je chromebook.
  • Ga naar  Google Classroom en klik op de link naar LessonUp.
  • Vul de pincode in.
  • Veel succes!

Slide 2 - Slide

Wat is het meervoud van
kip
A
kippen
B
kipen
C
kipjes
D
kippetjes

Slide 3 - Quiz

SCHOEN
A
enkelvoud
B
meervoud

Slide 4 - Quiz

Wat is het meervoud van
OLIFANT
A
olifantjes
B
olifantje
C
olifanten
D
olifantten

Slide 5 - Quiz

Wat is het meervoud van
KAAS
A
kaazen
B
kazen
C
kaasen
D
kasen

Slide 6 - Quiz

BABY'S
A
enkelvoud
B
meervoud

Slide 7 - Quiz

KOEIEN
A
enkelvoud
B
meervoud

Slide 8 - Quiz

BOOM
A
enkelvoud
B
meervoud

Slide 9 - Quiz

Wat is het meervoud van
KOEKENPAN
A
pannenkoek
B
pannenkoeken
C
koekenpannen
D
koekenpanen

Slide 10 - Quiz

Lesdoel
  • Ik kan zelfstandige naamwoorden veranderen van getal.
  • Ik herken het enkelvoud, het meervoud en het verkleinwoord van een zelfstandig naamwoord. 

Slide 11 - Slide

Hoe vorm ik de meervoudsvorm?

Slide 12 - Slide

De regelmatige meervoudsvorm
= schrijven zoals ik die uitspreek met de uitgang:
-en
-n
-s
Ik pas de spellingregels voor open of gesloten lettergrepen toe.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video