Les couleurs

1 / 35
next
Slide 1: Slide
FransBasisschoolGroep 1,7,8

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

L'objectif de la leçon: 
Aan het einde van de les: 
- weet je wat rood, geel, groen, blauw, roze, oranje, bruin, zwart en wit is in het Frans. 
- heb je geoefent met de getallen t/m 20. 

Slide 2 - Slide

Luisteren naar een liedje: 
Je gaat zelf luisteren naar dit nummer:
https://www.youtube.com/watch?v=fZR66TjjrDc&ab_channel=LearnFrenchThroughMusic  

Let goed op de voorwerpen die in het nummer voorkomen. 
(Banaan = geel) 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Een banaan is ...
A
jaune
B
bleu
C
rose
D
vert

Slide 5 - Quiz

De hemel is ...
A
rouge
B
bleu
C
vert
D
noir

Slide 6 - Quiz

Tomaten zijn ...
A
rouge
B
vert
C
orange
D
blanc

Slide 7 - Quiz

De panther is ...
A
noir
B
orange
C
blanc
D
rose

Slide 8 - Quiz

Haar heeft vaak de kleur ...
A
jaune
B
bleu
C
marron
D
vert

Slide 9 - Quiz

Kiwi's zijn ....
A
vert
B
orange
C
noir
D
rouge

Slide 10 - Quiz

Sneeuw is ...
A
rouge
B
vert
C
noir
D
blanc

Slide 11 - Quiz

Sinaasappelen zijn ...
A
orange
B
vert
C
jaune
D
rose

Slide 12 - Quiz

'S nachts is het ...
A
bleu
B
noir
C
rose
D
blanc

Slide 13 - Quiz

Even kijken of je het goed hebt onthouden! 

Slide 14 - Slide

rouge betekent:

Slide 15 - Open question

vert betekent:

Slide 16 - Open question

jaune betekent:

Slide 17 - Open question

Bleu betekent:

Slide 18 - Open question

noir betekent

Slide 19 - Open question

Prêts? 
Klaar voor een spel? 

Let op de kleur die ik roep en vind zo snel mogelijk een object met die kleur en hou het in de lucht! 

Klaar voor de start? 

Slide 20 - Slide

Heb jij nu al het doel behaald van de les?
Ken je al een paar kleuren?
A
Ja ik vind het makkelijk
B
Ik ken er een paar
C
Ik wil graag nog meer oefenen
D
Ik vind het moeilijk

Slide 21 - Quiz

Exercices! 
Om verder te oefenen met de getallen en de kleuren ga je jouw oefenboekje maken. 

Succes! 

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video

Slide 26 - Video

Les 3
- jezelf voorstellen
- familie
- getallen

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Video

goededag = bonjour
hallo = salut
hoi = coucou
welkom = bienvenue
tot ziens = au revoir
tot gauw = à bientôt
tot later = à plus
hoe gaat het = comment ça va?
gaat goed = ça va bien
gaat slecht = ça va mal



Slide 29 - Slide

mevrouw = madame
meneer = monsieur
ik = moi
meisje = fille
jongen = garçon
vader = père
moeder = mère
zus = soeur
broer = frère
ik ben = je suis
ik heb = j'ai






Slide 30 - Slide

Ik woon in = J'habite à
Nederlands = hollandaise
Hoeveel = Combien
Er is /er zijn = Il y a
Het is = c'est
ik heet = je m'appelle
Ik ben 8 jaar = j'ai 8 ans
Dankjewel = merci



Slide 31 - Slide

Le passeport de 

Nom de famille: 
 Prénom : Kylian
Nationalité : 
Date de naissance : 
Lieu de naissance :
Sexe : 

Couleur des yeux : 




Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

salut/ bonjour / coucou
comment tu t'appelles?
Ca va?
Tu habites où
Quel age as tu?
Quelle est ta couleur preferée
aux pays-bas
en France

salut /bonjour / coucou
je m'appelle  .....
Ca va bien/mal
J'habite à ...
J'ai ... ans
... (couleur)

Slide 34 - Slide

ik begrijp het niet = je ne comprends pas
ik weet het niet = je ne sais pas
j'aime = ik houd van
oui = ja
non = nee

Slide 35 - Slide