4.5 Romeinen en Germanen

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

H4 De Romeinen

4.5 Romeinen en Germanen

Planning

• Toets
• Leerdoelen
• Waar / niet waar vragen
• Uitleg 
• Video + vragen 
• Voor de volgende les

Toets

• Toets over 4.3, 4.4 en 4.5 op woensdag 31 maart het 7e uur

Leerdoelen

Je kunt uitleggen..

• hoe Romeinen en bewoners van Zuid-Nederland met elkaar omgingen
• hoe de Rijn de noordelijke grens werd van het Romeinse rijk 

van stad tot wereldrijk

Tijdvak : tijd van Grieken en Romeinen

Jaartal: 3000 v.C - 500 n.C

Periode: de oudheid

Waar / niet waar: Jezus werd tijdens zijn leven door de Romeinen als een held gezien.

1. Waar
2. Niet waar

Waar / niet waar: Het christendom werd meteen geaccepteerd in het Romeinse Rijk.

1. Waar
2. Niet waar

Waar / niet waar: De christenen werden soms in de arena gegooid als straf.

1. Waar
2. Niet waar

Waar / niet waar: Het christendom verspreidde zich vooral door veroveringen van het Romeinse leger.

1. Waar
2. Niet waar

Waar / niet waar: Keizer Nero gaf de christenen de schuld van de grote brand in Rome

1. Waar
2. Niet waar

Waar / niet waar: In het begin werd het christendom vooral door arme mensen en slaven omarmd.

1. Waar
2. Niet waar

Waar / niet waar: Keizer Constantijn was de eerste keizer die het christendom omarmde.

1. Waar
2. Niet waar

Wat als..... keizer Constantijn het christendom nooit had toegestaan?

Romeinen in NL

• Rond 50 v. chr. veroverde Julius Caesar Zuid-Nederland.
• Bewoners hadden nog een landbouwsamenleving.
• Het land was vooral héél moerassig en nat.

Bataafse opstand

• Volken in het noorden: Germanen
• Volken in het zuiden: Kelten
• Caesar dwong volken in Zuid-NL deel van de oogst af te staan.
• Gevolg: Opstand van de Bataven tegen de Romeinen.

Wat is de 'Limes'?

Hoe wordt de Bataafse Opstand beëindigd?

Wat heeft de Bataafse Opstand te maken met het begin van het land Nederland?

Romeinse invloed in Nederland

• Door de Romeinse invloed ontstond er in het zuiden van Nederland een landbouwstedelijke samenleving met een geldeconomie.
  

• Handelaren gebruikten de Romeinse munten.
  

• Er werd ook met Germanen in Noord-Nederland gehandeld.
  

Noem twee dingen die je vandaag hebt geleerd.

Voor de volgende les

Maken opdracht 1 en 2 van 4.5 in je werkboek. 

Samenvatten in je schrift: 'Romeinen in Nederland' en 'de Rijn als grens'. (blz 89 + 90)