Week 39_dinsdag_stillezen_Theorie__bl_krantenartikel

1 / 33
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Wat ging goed?
- zelfstandig werken
- Quizlet live


Wat hebben we geleerd?
- héél veel woorden :-) 
- hoofdgedachte, anekdote, slot, precies lezen, tekstdoelen (tekstsoorten)


Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Open alvast Nieuw Nederlands
Hoofdstuk 2, bladzijde 57

Slide 5 - Slide

Theorie lezen
Ga naar hoofdstuk 2
Lees op bladzijde 57, 58 de theorie.

Slide 6 - Slide

Bladzijde 57, tekst 1
Op welke van de 5w + h vraag geeft de eerste alinea antwoord?
A
Wat, waar
B
Hoe, wanneer
C
Wat, waar, & hoe
D
Wat, waar, wanneer & wie

Slide 7 - Quiz

Welke zin in alinea 1 bevat de belangrijkste informatie?

Slide 8 - Open question

Antwoord:

Zin 1




Slide 9 - Slide

Op welke vraagt geeft de tweede alinea antwoord?
A
Waarom
B
Hoe

Slide 10 - Quiz

Op welke vraagt geeft de derde alinea antwoord?
A
Waarom
B
Hoe

Slide 11 - Quiz

Bekijk samen je buurman/buurvrouw wat hij/zij in zijn bouwplan heeft geschreven.

  • Wat vind je goed?
  • Wat kan beter?
  • Noteer de tips en tops in je schrift.
  • Je verbetert thuis jouw bouwplan aan de hand van de gegeven tips.

Ben je klaar?

http://ichthus1vwo.weebly.com/

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Lesdoel
Je weet wat tekstdoelen zijn
Je weet wat een hoofdgedachte is
Je weet wat er in het slot staat
Je weet wat een anekdote is

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

We gaan nu verder werken met een nieuw artikel.

Slide 16 - Slide

Met welke leesstrategie vind je het onderwerp van een tekst?
A
oriënterend lezen
B
globaal lezen
C
precies lezen
D
zoekend lezen

Slide 17 - Quiz

Wat is het onderwerp van
deze tekst?

Tip: Kijk naar de titel, illustraties, tussenkopjes en anders gedrukte woorden.
Je leest de eerste alinea. Geef antwoord op de vraag: waarover gaat deze tekst?

Slide 18 - Mind map

Antwoord:

Het onderwerp is: 




Slide 19 - Slide

Wat is de bron van deze tekst?
A
folder
B
tijdschrift
C
internet
D
krant

Slide 20 - Quiz

Met welk doel denk je dat de tekst is geschreven?
A
overtuigen
B
informeren
C
amuseren
D
activeren

Slide 21 - Quiz

Hoe trekt de schrijver de aandacht in de inleiding van de tekst?
A
Door een anekdote te vertellen.
B
Door de opbouw van de tekst te beschrijven.
C
Door de aanleiding van het schrijven te noemen.
D
Door een korte samenvatting te geven.

Slide 22 - Quiz

timer
1:00
Wat is de hoofdgedachte van een tekst?

Tip: kijk in de inleiding of in het slot. Soms vind je de hoofdgedachte letterlijk in de tekst.
Geef antwoord op de vraag: wat is het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt?

Slide 23 - Mind map

Antwoord:

De hoofdgedachte is:




Slide 24 - Slide

Wat is een ander woord voor 'zonder na te denken'?
A
opinie
B
afhankelijk
C
verzonnen
D
klakkeloos

Slide 25 - Quiz

Wat is een ander woord voor 'hetzelfde niveau bereiken'?
A
bevestigen
B
bovendien
C
evenaren
D
opinie

Slide 26 - Quiz

Wat is een synoniem voor 'omgang tussen individuen'
A
verstandhouding
B
pseudoniem
C
bevindingen
D
de conclusie

Slide 27 - Quiz

Zoek in de kern van de tekst naar een opsommend of tegenstellend verband. Citeer deze zin (schrijf de eerste twee en laatste twee woorden van de zin op). Noem ook het signaalwoord dat bij dit tekstverband past.
Tip: er zijn al enkele signaalwoorden onderstreept.

Slide 28 - Open question

Geef aan wat de
deelonderwerpen in
deze tekst zijn.

Slide 29 - Mind map

Lees de hele tekst nauwkeurig
Onderstreep moeilijke woorden!

Ben je klaar? Oefen via Quizlet de woordjes of lees de theorie door voor je toets.

Slide 30 - Slide

Wat ging goed?
Wat kan er de volgende keer beter?

Slide 31 - Slide

We gaan oefenen met begrijpend lezen 

Wat ga je doen of wat neem je mee?

  • Schrijven
  • Quizlets oefenen (elke dag minimaal 5 min)
  • Theorie leren (groene stukjes) voor de leestoets (H1, H2, H3 & H5)

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide