Schrijven - algemeen

Schrijven
Beschouwing V4
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Schrijven
Beschouwing V4

Slide 1 - Slide

Opdracht schrijven
1. Vul je bouwplan of argumentatieschema in.
2. Schrijf je beschouwing. Gebruik hierbij het argumentatieschema of bouwplan uit opdracht 8. Gebruik evt. ook het schrijfkader in bijlage 1 van de reader. Klaar op di 11 mei!
3. Laat je beschouwing controleren door een medeleerling aan de hand van het feedbackformulier.
4. Herschrijf je uiteenzetting, beschouwing of betoog aan de hand van de tips die je hebt gekregen van een medeleerling.

Slide 2 - Slide

Toetsdatum
Donderdag 20 mei 3e uur in computerlokaal

Slide 3 - Slide

NU NOG WAT THEORIE...

Slide 4 - Slide

De voorbereiding (algemeen)

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Welke argumentatiestructuur gebruik jij?
A
voor- en nadelen
B
verschijnsel-verklaring
C
probleem-oplossing

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Video

welke functies heeft jouw slot?
A
samenvatting/conclusie
B
afweging
C
aanbeveling
D
toekomstverwachting

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Video

Theorie: alinea en kernzin
Alinea:
  • Elke tekst is ingedeeld in alinea's.
  • Een goed opgebouwde alinea is een afgeronde eenheid. Je snijdt maar één deelonderwerp aan.

Kernzin:
  • De zin die het belangrijkste van een alinea weergeeft, noem je de kernzin.
  • De kernzin staat meestal aan het begin of aan het eind van de alinea: de rest van de alinea is een uitwerking (een verduidelijking of toelichting). 
  • Bij langere alinea´s staat de kernzin  vaak na een overgangszin. De kernzin is dan de tweede zin van de alinea.

Slide 11 - Slide

LET OP! In een alinea schrijf je de zinnen achter elkaar door!

:-(

Klimaatverandering is een van de grootste bedreigingen voor de natuur.

IJskappen smelten en woestijnen rukken op.

Het zeeniveau is de afgelopen honderd jaar vijfentwintig centimeter gestegen.

In sommige gebieden hebben planten en dieren niet genoeg tijd zich aan te passen.

_________________________________________________________________________

:-)

Klimaatverandering is een van de grootste bedreigingen voor de natuur. IJskappen smelten en woestijnen rukken op. Het zeeniveau is de afgelopen honderd jaar vijfentwintig centimeter gestegen.  In sommige gebieden hebben planten en dieren niet genoeg tijd zich aan te passen.


Slide 12 - Slide

Alinea's verbinden [32, 33 en 34]
  • Zorg ervoor dat je de alinea's met signaalwoorden/verwijswoorden aan elkaar verbindt. Dit is erg belangrijk, want op die manier wordt de tekst een logisch geheel.

Middenstuk: 

  • Alinea 3: Allereerst blijkt uit onderzoek dat ...
  • Alinea 4: Ten tweede is aangetoond door....dat...
  • Alinea 3: Jos Bos van de Plastic Soup Foundation is het hier helemaal niet mee eens...

     maar hij...

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Theorie: inleiding [36]
INLEIDING: (bestaat uit 1, 2 of 3 alinea's)
A: aandacht van de lezer trekken; 

  • voorbeeld / anekdote;
  • geschiedenis;
  • actualiteit;
  • etc.

B: onderwerp introduceren.


Slide 15 - Slide

Theorie: middenstuk[37]
In het middenstuk ga je de deelonderwerpen bespreken.

ALINEA'S:
  • Per alinea bespreek je één deelonderwerp: het argument waarmee je het standpunt krachtiger maakt;
  • Een alinea heeft een kernzin (aan het begin van de alinea, aan het eind van de alinea of als tweede zin);
  • Geef uitleg/toelichting bij de kernzin (begin van de alinea/  als tweede zin) of vat in de kernzin samen wat in de alinea is verteld (kernzin aan het eind van de alinea).
  • Denk aan de signaalwoorden [32 t/m 34]

Slide 16 - Slide

Theorie: het slot [38]
  • Het slot bestaat uit 1 alinea
  • De hoofdgedachte komt natuurlijk terug in het slot, dit mag ook in andere woorden;
  • Geef een conclusie;

TIPS :-)
  • Maak de cirkel 'rond'. Dat wil zeggen dat je in het slot terugkomt op wat je in de inleiding hebt verteld;
  • Houd het slot kort (ongeveer 5 à 10 zinnen);
  • Probeer de tekst af te sluiten met een krachtige zin;

NIET DOEN :-(

  • Een nieuw deelonderwerp introduceren;
  • Zet geen EINDE onder je tekst.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Theorie: beschouwing

Slide 19 - Slide

Theorie: tekstdoel beschouwing
  • Het tekstdoel van een beschouwing is de lezer laten nadenken over een bepaalde kwestie;
  • De tekst is deels subjectief en deels objectief;
  • Er kunnen ook argumenten voor en tegen een standpunt of meerdere standpunten naar voren komen, maar de schrijver is er niet op gericht de lezer te overtuigen.

Slide 20 - Slide

Theorie: tekststructuren [39 t/m 45] die passen bij een beschouwing:
  • voordelen-en-nadelenstructuur (schrijver gaat niet verder dan de beschrijving);

  • probleem-en-oplossingstructuur (de schrijver zet de lezer aan tot denken)
  • verschijnsel-en-verklaringstructuur (schrijver laat wel zijn voorkeur blijken, maar zijn doel is de lezer aan het denken zetten)

Slide 21 - Slide

Theorie: bouwplan / schrijfplan
  • De informatie voor de beschouwing wordt uit artikelen gehaald;
  • Vervolgens wordt er een bouwplan ingevuld;
  • In het bouwplan 'bouw' je de basis van de tekst;
  • De informatie per alinea wordt beknopt opgeschreven.

Slide 22 - Slide

Theorie: onderwerp en hoofdgedachte
Het onderwerp geeft aan waar de tekst over gaat -> het onderwerp geef je weer in één of enkele woorden.

De hoofdgedachte van een tekst is de kortst mogelijke samenvatting van de tekst -> de hoofdgedachte geeft in één, goed gestructureerde, prettig leesbare zin weer wat er over het onderwerp gezegd wordt

Slide 23 - Slide

Theorie: bouwplan/ schrijfplan
NOTEER EERST:

  • ... het onderwerp van de tekst;
  • ... het schrijfdoel: onderwerp van verschillende kanten belichten;
  • ... het publiek: voor wie is de tekst bedoeld
  • ... de hoofdgedachte
  • ... de tekststructuur (Op Niveau theorie paragraaf 39 p. 141)
  • Daarna ga je het bouwplan per alinea invullen. 

Slide 24 - Slide