H5: mening, argument en conclusie

H5: lezen 
Over mening, argument en conclusie

Je kunt tekstverbanden herkennen aan de hand van signaalwoorden;
Je kunt onderscheid maken tussen meningen, argumenten en de conclusie van een tekst.
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H5: lezen 
Over mening, argument en conclusie

Je kunt tekstverbanden herkennen aan de hand van signaalwoorden;
Je kunt onderscheid maken tussen meningen, argumenten en de conclusie van een tekst.

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Voor een onderzoek van tv-programma EenVandaag hebben jongeren tussen 12 en 18 jaar deze vraag beantwoord: Hoe vaak geef jij je eigen mening terwijl je weet dat de ander het oneens is met jou?
A
heel vaak
B
redelijk vaak
C
af en toe
D
vrijwel nooit

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

Bekijk de afbeelding
Uitleg
Er volgt een uitlegvideo over mening, argument en conclusie. (via de methodesite)

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Tegenwoordig zijn gezonde traktaties op basisscholen veel populairder dan ongezonde traktaties.
Wat vind jij daarvan?
A
wel goed
B
niet goed

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Leg uit waarom je het wel/niet goed vindt dat gezonde traktaties op basisscholen veel populairder zijn dan ongezonde traktaties.

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Bekijk tekst 1.

Wat is het onderwerp van tekst 1?
A
brave juffen op basisscholen
B
gezonde traktaties op school
C
verjaardagen met taart en chips

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Lees nu tekst 1 - Weg met groene traktaties! - helemaal.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Alinea 1
Alinea 2
Alinea 3
Alinea 4
mening van de schrijver over het onderwerp
conclusie van de schrijver
argument 1 van de schrijver
argument 2 van de schrijver

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions


De laatste zin van de inleiding begint met de woorden Ik vind.
In deze zin staat dus een ...
A
argument
B
feit
C
mening

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Welk argument geeft de schrijver in alinea 2?
A
Snoepgroenten, zoals cherrytomaatjes en stukjes komkommer, zijn goede traktaties, omdat ze lekker en gezond zijn.
B
Tijdens verjaardagen kan best een ongezonde traktatie worden uitgedeeld, omdat de kinderen op alle andere dagen gezond eten op school.
C
Zoetigheid tijdens het eetmoment moet gewoon worden toegestaan, want de juf doet overdreven gezond.

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

In alinea 3 zegt de schrijver dat een feest incompleet is zonder zoete en hartige hapjes.

Welk voorbeeld geeft de schrijver daarbij?
A
Fruit moet tijdens verjaardagen lekker in de fruitschaal blijven liggen.
B
Hij baalde ooit vreselijk toen zijn moeder een gezonde taart had gebakken.
C
Suikervrije, biologische. gluten- en lactosevrije volkorentaarten zijn vies.

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

In de slotalinea staat dat de juf dus fout bezig is geweest.

Wat wil de schrijver daarmee benadrukken?
A
dat de juf ongelijk heeft en hij gelijk
B
dat de juf ontslagen zou moeten worden
C
dat de juf veel te gezond eet

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Ik heb dezelfde mening als de schrijver van deze tekst.
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Ik weet wat word bedoeld met mening, argument en conclusie
Ja, dat weet ik nu
Ja, maar ik moet nog wel oefenen
Ik begrijp het nog niet helemaal
Ik begrijp het helemaal niet

Slide 15 - Poll

This item has no instructions

Huiswerk
H5: lezen - mening, argument en conclusie
Maak opdr 2 en 4
Extra oefenen? Maak dan ook 3 en 5

Slide 16 - Slide

This item has no instructions