h.4 lezen bespreken tekst 'Een echte cowgirl'

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

h.4 LEZEN

• Lesdoelen

• Je kent de signaalwoorden bij een aantal tekstverbanden.

• je begrijpt hoe je een schema moet invullen.

• Je kent meer moeilijke woorden.

bespreken van opdracht 2 (blz. 104 en 105)

Waar gaan de teksten over? (opdr. 1)

Titel

illustratie

Lees de eerste alinea

Lees de kadertekst

Een echte cowgirl

Er zijn geen tussenkopjes of opvallend gedrukte woorden.

Een echte cowgirl

[1]

Wat doe je als je van je ouders geen paard mag? Dan train je een koe. Tenminste, dat is wat Jantien uit het Zeeuwse plaatsje Nieuw- en Sint Joosland heeft gedaan. Al bijna drie jaar is ze aan het trainen en anderhalf jaar geleden begon ze met rijden. Nu heeft ze vijf eigen koeien. Die zijn superenthousiast.

Zielig?

Sommige mensen vinden het zielig voor de koe dat Jantien op haar rijdt. Maar is het dat ook? ‘Nee, hier is niks zieligs aan’, vindt veearts Toon Meesters uit Roosendaal. ‘Ik vind dit juist prachtig om te zien. De band tussen koe en ruiter moet enorm sterk zijn om erop te kunnen rijden. Als een koe het niet wil, dan gebeurt het ook niet . Jantien weegt vijftig kilo en zo’n koe wel zeshonderd. Het zadel verdeelt het gewicht ook nog eens en de rug is een heel sterk onderdeel. Die kan dat makkelijk aan. Maar het vertrouwen moet er wel zijn. Hier zit uren aan vriendschap en samenwerking in. Als zij dit kan, kan ze heel goed met dieren omgaan.’

Wat is het onderwerp van beide teksten?

moeilijke woorden (opdr. 3)

vrolijk; uitbundig

voorzichtig

schouder

van een

viervoetig

dier

met grote

kracht slaan/

duwen

riempje

herkauwen

schoft

voedsel nog een keer verwerken

met beleid

beuken

jolig

tuigje

SCHEMA (opdr. 6)

[2]

‘Ik mocht van mijn ouders geen paard en we hebben twee stallen vol koeien’, vertelt Jantien als ze met de tweeënhalf jaar oude koe Roos naar de stal loopt. ‘Daarom ben ik koe gaan rijden.’ Voordat Jantien in het zadel springt, borstelt ze Roos zorgvuldig. ‘Anders kan ze schuurplekken krijgen’, legt Jantien uit. Roos staat geduldig te herkauwen als ze wordt opgezadeld.‘Dit zadel is wel wat platter dan een paardenzadel, omdat de rug van een koe breder is dan die van een paard’, laat Jantien zien. Met een tuigje maakt ze het vast onder de staart. ‘Een koe heeft geen schoft, zoals een paard wel heeft,’ wijst ze, ‘dus als ik het zadel niet vastmaak, glijd ik zo naar voren als ze gaat grazen.’

Jantien moet haar zadel goed vastmaken aan de staart van haar koe

want

a. anders glijdt ze naar voren als de koe gaat grazen

want

b. een koe heeft geen schoft

signaalwoorden en tekstverbanden (opdr. 7 + 8)

[3]

Alles wat Jantien weet over koerijden, heeft ze zichzelf geleerd. ‘Ik had een paar paardrijlessen gehad toen ik hiermee begon, maar er is bijna niemand anders die zo op koeien rijdt. Het is een kwestie van oefenen, oefenen, oefenen, kijken wat een koe wil en bedenken wat je zelf zou willen als je een koe was. Eerst leer ik ze meelopen en wat kleine dingetjes doen. Dan laat ik ze twee tot drie maanden tot rust komen, kijk ik niet naar ze om. Als ze daarna nog steeds naar me toe komen, weet ik dat ze het leuk vinden. Doen ze dat niet, dan laat ik ze staan.’

[4]

Met Jantien op haar rug kan Roos draven, galopperen, Spaanse pas, springen, grondwerk en meer. ‘Maar vandaag niet, want door de regen is het weiland te nat’, baalt Jantien. ‘Laatst mocht ik met Roos op een paardendressuurshow rijden. Eerst keken mensen raar op, maar  toen ze zagen wat ze allemaal kon, was het ‘wauw’. Dus dit jaar mag ik weer meedoen.’ Regelmatig ziet ze voorbijgangers stoppen als ze in de wei aan het trainen is. Ze lacht: ‘Dan hoor je ze ruziën over hoe hun camera werkt.’

Tegenstellend 

verband

Chronologisch 

verband

Toelichtend

verband

Opsommend  

verband

dan

laatst

en

eerst

maar

toen

dit jaar

Waarom niet zielig? (opdr. 10 + 12)

[6]

Is het niet zielig voor een koe als iemand op haar rug gaat zitten? Jantien vindt van niet. ‘Ik rijd maximaal een half uurtje op Roos. Een paard en een ezel zijn er ook niet voor gemaakt en daar rijden mensen ook op. Als je het met beleid doet en kijkt wat ze aankunnen, vind ik dat het gewoon kan. Als ze het niet leuk vinden, laten ze het echt wel weten en dan ga ik er niet mee door. Maar Roos, Mo en Caro beuken alles aan de kant zodra ze mij zien.’

Zielig?

Sommige mensen vinden het zielig voor de koe dat Jantien op haar rijdt. Maar is het dat ook? ‘Nee, hier is niks zieligs aan’, vindt veearts Toon Meesters uit Roosendaal. ‘Ik vind dit juist prachtig om te zien. De band tussen koe en ruiter moet enorm sterk zijn om erop te kunnen rijden. Als een koe het niet wil, dan gebeurt het ook niet . Jantien weegt vijftig kilo en zo’n koe wel zeshonderd. Het zadel verdeelt het gewicht ook nog eens en de rug is een heel sterk onderdeel. Die kan dat makkelijk aan. Maar het vertrouwen moet er wel zijn. Hier zit uren aan vriendschap en samenwerking in. Als zij dit kan, kan ze heel goed met dieren omgaan.’

In welk opzicht denken Jantien en de veearts hetzelfde? (opdr. 13)

[6]

Is het niet zielig voor een koe als iemand op haar rug gaat zitten? Jantien vindt van niet. ‘Ik rijd maximaal een half uurtje op Roos. Een paard en een ezel zijn er ook niet voor gemaakt en daar rijden mensen ook op. Als je het met beleid doet en kijkt wat ze aankunnen, vind ik dat het gewoon kan. Als ze het niet leuk vinden, laten ze het echt wel weten en dan ga ik er niet mee door. Maar Roos, Mo en Caro beuken alles aan de kant zodra ze mij zien.’

Zielig?

Sommige mensen vinden het zielig voor de koe dat Jantien op haar rijdt. Maar is het dat ook? ‘Nee, hier is niks zieligs aan’, vindt veearts Toon Meesters uit Roosendaal. ‘Ik vind dit juist prachtig om te zien. De band tussen koe en ruiter moet enorm sterk zijn om erop te kunnen rijden. Als een koe het niet wil, dan gebeurt het ook niet . Jantien weegt vijftig kilo en zo’n koe wel zeshonderd. Het zadel verdeelt het gewicht ook nog eens en de rug is een heel sterk onderdeel. Die kan dat makkelijk aan. Maar het vertrouwen moet er wel zijn. Hier zit uren aan vriendschap en samenwerking in. Als zij dit kan, kan ze heel goed met dieren omgaan.’

Zelf aan de slag:

maak opdracht 4 (blz. 106 en 107)