Gesprekken 1.1 Voorbereiding

Welkom!
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom!

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Gesprekken

1.1                        Voorbereiding 
1.2                       Taalgebruik



Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Waar gaat het om
  • Goede zinnen maken
  • Juiste woordkeuze
  • Luisteren
  • Afstemmen op de gesprekspartner
  • Kun je niet alleen informatie geven, maar de ander ook overtuigen. 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Soorten vragen
Er zijn twee soorten vragen: gesloten en open vragen.
  1. Gesloten vragen kun je beantwoorden met een kort antwoord, zoals 'ja' of 'nee'.
  2. Open vragen geven vaak een langer antwoord en werken daarom goed om een gesprek op gang te brengen.

Slide 4 - Slide

Een voorbeeld van een gesloten vraag is: “Vind jij katten leuke dieren?”
In de journalistiek kom je vaak open vragen tegen, zoals: “Waarom vindt u dat mensen op de SP moeten stemmen?”
Waarom zouden journalisten vaker open vragen gebruiken dan gesloten vragen?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Maak van de volgende vraag een open vraag:

Vind je de nieuwe iPhone mooi?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Maak van de volgende vraag een open vraag:

Bent u blij met uw baan?

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Maak van de volgende vraag een open vraag:

Hebben jullie gezien wat er gebeurd is?

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Soorten vragen
Vervolgvraag (doorvragen) => is een reactie op een ander antwoord. Je krijgt antwoord en reageert daar direct op. Dit noem je ook doorvragen.

- Wat bedoelt u daarmee?

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Soorten vragen
Controlevraag => dit is een gesloten vraag die je gebruikt om te controleren of je iemand goed hebt begrepen. 
     *Informatie helder kregen 
     *Iemand krijgt gelegenheid zijn gedachten nog eens goed te  
       formuleren.
- Begrijp ik het goed dat echt iedereen op die vergadering tegen het voorstel was?

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Soorten vragen
Suggestieve vraag => het antwoord zit al in de vraag

U ben nu al drie keer overvallen. U heeft zeker geen vertrouwen meer in de politie? 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Taalgebruik

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Morgen heb je werkoverleg. Het overleg zal onder andere gaan over de vraag: ‘Heeft het zin om een nieuw rooster in te voeren?’ Dit agendapunt heeft als doel ‘mening vormen’.
Op welke twee vragen kun jij het best een antwoord voorbereiden?
A
Wanneer gaat het nieuwe rooster in?
B
Wat zijn de voor- en nadelen van een nieuw rooster?
C
Welke gevolgen heeft een nieuw rooster voor de werktijden?
D
Wat vind je van de vrije tijd die je hebt buiten het werk?

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Je zit in het overleg en je hoort een collega zuchten als je vertelt dat in het nieuwe rooster ook avonddiensten tot 22.00 uur zijn opgenomen.
Wat is een goede vervolgvraag om aan je collega te stellen?
A
Wat vind jij eigenlijk van werken tijdens een avonddienst?
B
Op welke werkdagen moeten we de avonddiensten inplannen?
C
Hoe kun je je het beste voorbereiden op een avonddienst?

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Je werkt de eerste dag op je stageplaats en je begrijpt niet hoe het mailprogramma werkt.
Wat zeg je tegen je begeleider?
A
Ik kan nog steeds niet bij mijn mail. Waarom werkt het programma niet zoals het hoort?
B
Ik begrijp niet hoe het mailprogramma werkt. Kun je mij het nog eens uitleggen?

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Tijdens een werkbespreking wordt druk gediscussieerd over een voorstel. Jij wilt daar ook iets over zeggen.
Wat zeg je?
A
Ik wil graag even het woord.
B
Hallo, mag ik ook even wat zeggen?

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Formeel - Informeel
Formeel: zakelijk, officieel - niet-zakelijk, 
Informeel: niet-zakelijk, vriendschappelijk, ongedwongen

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Waarom is het goed om een formeel gesprek voor te bereiden?

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Tips
  • bedenk van tevoren het doel van het gesprek en wat je ervan verwacht
  • verzamel informatie die je tijdens het gesprek bij de hand moet hebben om professioneel over te komen en snel te kunnen reageren
  • noteer in steekwoorden belangrijke informatie, vragen of zinnen die je in het gesprek kunt gebruiken

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Maken
Maak de opdrachten 1 t/m 4 van
Gesprekken - 1.1 Voorbereiding Basiscursus

Maken opdrachten 1 & 2
Gesprekken - 1.2 Sociaal-communicatieve vaardigheden

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Bij je (stage)bedrijf ga jij het bedrijfsuitje organiseren. Het bedrijf heeft 20 werknemers. De meeste mensen houden van een sportief programma. Ga alvast aan de slag met de voorbereiding. Zorg dat je de volgende punten uitwerkt:
  • aanleiding
  • activiteiten
  • kosten
  • datum, tijd en duur
  • voorbereiding (uitnodigingen/ affiches/aankleding)
                   
Stappenplan

  1. bedenk van tevoren het doel van het gesprek en wat je ervan verwacht
  2. verzamel informatie die je tijdens het gesprek bij de hand moet hebben om professioneel over te komen en snel te kunnen reageren
  3. noteer in steekwoorden belangrijke informatie, vragen of zinnen die je in het gesprek kunt gebruiken
  4. maak een lijstje met 10 steekwoorden, die mag je er tijdens het gesprek bij houden


                           In de volgende les ga je dit gesprek voeren met je                             docent en/of klasgenoot die de rol van                                                   leidinggevende op zich neemt.
                       









                In de volgende les ga je dit voorstel                        bespreken met jouw leidinggevende.
timer
20:00

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

tot de volgende les

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Lesdoel
  • Je herkent het doel van een formeel gesprek en je weet hoe je dit kunt bereiken.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

LSD
Luisteren
Samenvatten 
Doorvragen

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

 


Herken jij beide vraagsoorten in de afbeelding?

Doorvragen of vervolgvragen stel je om meer informatie te krijgen of om zaken te verduidelijken. Controlevragen stel je om erachter te komen of je de ander goed begrepen hebt.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions