Week 43: Cliché!

1 / 25
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1,2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide










https://youtu.be/OCIAyHEFTrQ











Slide 2 - Slide

Wat zeggen de Fransen altijd volgens het filmpje? (woord/zin)

Slide 3 - Open question

Welke typisch Franse
dingen om te eten zijn er genoemd?

Slide 4 - Open question

Wat voor kleding dragen de Fransen volgens "cliché!"

Slide 5 - Open question

Frans is leuk
😒🙁😐🙂😃

Slide 6 - Poll

 Werkboek opdrachten of leren!
timer
10:00

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Planning
Herhaling leerstof 

Kijk- en luisteropdracht: filmpje met vragenblad

Slide 9 - Slide

Lidwoorden
Nederlands: de, het, een.
Geen mannelijk/vrouwelijk!

In het Frans wel verschil tussen mannelijk en vrouwelijk!

Hoe weet je of een woord mannelijk of vrouwelijk is? Dit moet je leren.

Slide 10 - Slide

Mannelijk/vrouwelijk
Maar! Natuurlijk kun je uit sommige woorden wel afleiden of het mannelijk of vrouwelijk is. 

Zoals: vader, zusje, 

Slide 11 - Slide

Meervoud
Het meervoud bestaat in het Nederlands niet. In het Frans wel. 

Gebruik les bij znw in het meervoud!

Slide 12 - Slide

Meervoud
L'hôtel - les hôtels
L'activité - les activités
Le chien - les chiens

De vertaling van le, la en les kan verschillen.


Slide 13 - Slide

Alle lidwoorden Frans

Le, la, l'       (de/het)
Un, une     (een)
Les              (meervoud)

Slide 14 - Slide

Noem de drie Nederlandse lidwoorden

Slide 15 - Open question

Lidwoorden staan voor...
A
meewerkend voorwerp
B
bijvoeglijke naamwoorden
C
lijdend voorwerp
D
zelfstandige naamwoorden

Slide 16 - Quiz

Welke lidwoorden zijn voor mannelijk enkelvoud?
A
le
B
la
C
des
D
un

Slide 17 - Quiz

Kies uit: le, la,l' of les
J'ai un ordinateur. _____ ordinateur est beau
A
le
B
la
C
l'
D
les

Slide 18 - Quiz

Kies uit: un, une of des
La glace est rose. J'ai _____ glace à la fraise.
A
un
B
une
C
des

Slide 19 - Quiz

Kies uit: le, la, l' of les
J'ai une piscine. ______ piscine est bleue
A
le
B
la
C
l'
D
les

Slide 20 - Quiz

Kies uit: le,la,l' of les
Aujourd'hui _____ supermarchés sont fermés. (gesloten)
A
la
B
le
C
l'
D
les

Slide 21 - Quiz

Raphael n'aime pas ......... camping.
A
le
B
les
C
la

Slide 22 - Quiz

Wat moet je doen op de toets?

1. Woorden, zinnen vertalen
   (phrases clés)
2. Uitkiezen: le, la, les
3. Lidwoorden vertalen
4. Meervoud maken

Slide 23 - Slide

Welke blz?
Bron A t/m D vind je hier:

A en B zijn woorden, blz. 52
C: zinnen, blz. 171 chapitre 1
D: grammatica, blz. 32/33. 
Ook op blz. 55 en 164/165.

Slide 24 - Slide

Kijk- en luisteroefening

https://apprendre.tv5monde.com/fr/exercice/6812?id_serie=14619&nom_serie=guadeloupe_couleurs_caraibes&niveau=a1_debutant&exercice=2

Slide 25 - Slide