De groei van het christendom

Gebruik de bron
Stel: je doet onderzoek naar de militaire krachtsverhouding tussen de Romeinen en de Germanen in het begin van onze jaartelling.

Leg uit dat je door de achtergrond van de schrijver kunt twijfelen aan de betrouwbaarheid van de informatie uit deze bron voor je onderzoek.
1 / 33
next
Slide 1: Open question
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Gebruik de bron
Stel: je doet onderzoek naar de militaire krachtsverhouding tussen de Romeinen en de Germanen in het begin van onze jaartelling.

Leg uit dat je door de achtergrond van de schrijver kunt twijfelen aan de betrouwbaarheid van de informatie uit deze bron voor je onderzoek.

Slide 1 - Open question

De groei van het christendom


tijdvak 2 Grieken en Romeinen
3000 v.Chr - 500 n.Chr.

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat polytheïsme is
  • je kunt uitleggen wat monotheïsme is
  • Je kunt aangeven waarin het jodendom en het christendom zich onderscheidden van de meeste andere religies in de Oudheid.
  • Je kunt uitleggen wanneer en waardoor het christendom uit het jodendom ontstond.
  • Je kunt de groei van christendom beschrijven en verklaren.

Slide 3 - Slide

Polytheïsme

  • De Romeinen hadden een polytheïstische godsdienst, ze hadden meerdere (poly) goden
  • Tolerant t.o.v. geloven van veroverde volken, Romeinen namen zelfs die goden op in hun eigen geloof.

  • Wél belangrijk:  veroverde volken moesten óók offeren aan Romeinse goden, anders zouden Goden wraak nemen

Slide 4 - Slide

Romeinse goden

Slide 5 - Slide

Jodendom
  • Jodendom was monotheïstisch en ontstond ong 2000 v.Chr

  • Joden leefden in diaspora (verspreid over meerdere landen), nadat ze als slaven waren weggevoerd uit Palestina.
  • Joden bleven, door eigen rituelen, herkenbaar als aparte groep, 

Slide 6 - Slide

Een redder voor het joodse volk?!
  • Joden geloven in een messias, iemand die de joden zou bevrijden van hun overheersing.
  • Ten tijde van keizer Augustus leefde in Palestina, Jezus van Nazareth, door velen gezien als nieuwe messias.
  • Het leven van Jezus wordt, na zijn dood, beschreven in de 4 evangeliën. 
  • Belangrijke onderdelen: liefde, verdraagzaamheid en opkomen voor de armen en zwakkeren. (hierdoor naar de Hemel!)

Slide 7 - Slide

Een redder voor het joodse volk
  • Jezus wordt "zoon van God" genoemd, mens beschrijven wonderen die Jezus verricht

  • Joodse elite voelde zich bedreigd door Jezus. Jezus, zou op aandringen van joodse priesters, gekruisigd zijn door Romeinse gouverneur.


  • Maar steeds meer mensen geloofden in ideeën van Jezus. 
  • Ze noemden zichzelf christenen.

Slide 8 - Slide

0

Slide 9 - Video

De eerste christenen
  • Eerste eeuw - vooral armen en slaven voelen zich aangetrokken tot christendom, want je kan in de hemel komen door goed te leven, en niet door te offeren.
  • Tweede eeuw - christendom beter georganiseerd en ook verspreid onder de rijken.

  • Gevolg - christendom groeide nog meer

Slide 10 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat polytheïsme is.
  • Je kunt uitleggen wat monotheïsme is.
  • Je kunt aangeven waarin het jodendom en het christendom zich onderscheidden van de meeste andere religies in de Oudheid.
  • Je kunt uitleggen wanneer en waardoor het christendom uit het jodendom ontstond.
  • Je kunt de groei van christendom beschrijven en verklaren.

Slide 11 - Slide

Waardoor kreeg het christendom steeds meer aanhangers?

Slide 12 - Open question

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen waarom de Romeinse keizers de christenen vervolgden
  • Je kunt uitleggen waarom het christendom tot staatsgodsdienst werd benoemd.
  • Je kunt uitleggen wat de gevolgen zijn als het christendom tot staatsgodsdienst wordt benoemd.

Slide 13 - Slide

Christenvervolgingen
  • Christenen offerden niet aan de Romeinse goden. Daarom worden ze gebruikt als zondebok 
  • Vaak werd er streng opgetreden tegen christenen, in 2e eeuw bleef het strafbaar om christen te zijn, maar werden ze niet vervolgd.
  • In 3e eeuw ging het slechter met het Romeinse Rijk en werden christenen opnieuw vervolgd.

Slide 14 - Slide

Christenvervolgingen




  • Ondanks de vervolgingen werden/bleven mensen christelijk.

  • De vervolgingen zorgde er voor dat de christenen standvastiger werden; ze waren bereid om te sterven voor hun geloof.
  • De martelaren waren juist een voorbeeld voor anderen.

Slide 15 - Slide

Heilige Sebastiaan -  Sebastiaan was soldaat in het Romeinse leger, maar bekeerde zich stiekem tot het christendom. De Romeinse keizer ontdekt dit en laat Sebastiaan doorboren door pijlen

Slide 16 - Slide

De Heilige Barbara, werd door haar vader opgesloten om haar te beschermen tegen alle jongens die naar haar hand dongen. Vader laat zelfs een eigen badhuis voor haar bouwen. Barbara heeft zich stiekem bekeerd tot het christendom. Vader is woest en onthoofd eigen dochter. Vader wordt door God gestraft en getroffen door de bliksem

Slide 17 - Slide

Het christendom wordt staatsgodsdienst.



  • De Romeinen splitste hun rijk (in 285n.Chr.) op in 2 delen (oostelijk en westelijk gedeelte). Dit als poging om de crisis op te lossen.
  • Elk gedeelte had zijn eigen keizer, al snel krijgen de keizers ruzie met elkaar. In 312 won Constantijn en gaf christenen dezelfde rechten als andere godsdiensten.

Slide 18 - Slide

Het christendom wordt staatsgodsdienst



  • Constantijn gebruikte het christendom vooral om eenheid te krijgen in zijn rijk.


  • In 391 werd het christendom de staatsgodsdienst, vanaf toen werd het vereren van de Romeinse goden verboden en ontstonden er grote kerken

Slide 19 - Slide

Van Oudheid naar Middeleeuwen

  • Het Oost- Romeinse Rijk was beter georganiseeerd en kon zich beter verdedigen tegen aanvallen van buitenaf. Dit rijk (= Byzantijse Rijk) zou blijven bestaan tot 1493.
  •  Vijfde eeuw = einde West- Romeinse Rijk . Oorzaak hiervoor zijn de volksverhuizingen. Volkeren uit Azië en Oost- Europa zorgden voor onveiligheid in de Romeinse grensstreken. Germaanse volken trokken hierdoor verder het Romeinse Rijk in.

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Van Oudheid naar Middeleeuwen

  • In het Romeinse leger werden Germanen steeds belangrijker
  • Deze Germanen waren geromaniseerd, maar stichtten ook steeds vaker eigen koninkrijkjes binnen het Rijk. Zo was het Romeinse Rijk al flink veranderd, ook op economisch gebied.
  • Door de toenemende onveiligheid was er minder handel, steden krompen en de bevolking trok naar het platteland.
  • 476 - Einde Romeinse Rijk, begin middeleeuwen.

Slide 23 - Slide

Welke beweringen over het ontstaan van het christendom zijn goed en welke zijn fout?
Goed
Fout
Joden en Romeinen zagen Jezus als onruststoker en gevaar.
Vooral rijke Romeinen waren in het geheim aanhangers van het christendom.
Het christendom is een monotheïstische godsdienst. 
Jezus vertelde dat iedereen in de ogen van zijn god gelijk waren.

Slide 24 - Drag question

Welke uitspraak over de verspreiding van het christelijke geloof ten tijde van het Romeinse Rijk is NIET waar?
A
De Romeinen maakten zich in eerste instantie niet zo druk om de nieuwe christelijke religie
B
De Romeinen zorgden met hun harde aanpak ongewild voor meer saamhorigheid onder de christenen
C
Een goede organisatie van de kerk zorgde voor onderlinge eenheid onder de christenen
D
Ten tijde van keizer Constantijn waren de christenvervolgingen op een hoogtepunt

Slide 25 - Quiz

Welke gebeurtenis had een grote invloed op de val van het Romeinse Rijk?
A
misoogsten
B
christenvervolgingen
C
Slechte koningen
D
Volksverhuizingen

Slide 26 - Quiz

Koppel de beschrijving aan het juiste begrip.
De Bijbel
Christendom
Palestina
Vervolgingen
Jezus - kruisiging
is een landstreek in het Midden-Oosten waar het christendom ontstaan is.
 is het heilige boek van de christenen
Christenen zijn door de Romeinen streng gestrafd, omdat ze weigerden de goden van de Romeinen te aanbidden.
is een geloof dat in het Romeinse Rijk ontstond uit het jodendom. Het christendom volgt de leer van Jezus.
Jezus werd omstreeks 30 n.Chr. door de Romeinen veroordeeld

Slide 27 - Drag question

1.
2.
3.
4.
5.
 Augustus wordt de eerste keizer van het Romeinse Rijk
Germaanse volken beginnen het rijk binnen te vallen
Keizer Constantijn staat het Christendom toe in het Romeinse Rijk
Rome begint met veroveringen
Jezus Christus wordt gekruisigd

Slide 28 - Drag question

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen waarom de Romeinse keizers de christenen vervolgden
  • Je kunt uitleggen waarom het christendom tot staatsgodsdienst werd benoemd.
  • Je kunt uitleggen wat de gevolgen zijn als het christendom tot staatsgodsdienst wordt benoemd.
  • Je kunt uitleggen door welke ontwikkelingen het West- Romeinse rijk ophield te bestaan.

Slide 29 - Slide

zelf aan het werk
maak samenvatting §2.3
maak opdr. 5, 6 en 8
vaardigheid oorzaak en gevolg

Slide 30 - Slide

Continuïteit en verandering
Continuïteit - wat alsmaar hetzelfde blijft
Een antwoord bij continuïteit bestaat uit 2 delen, 
  • herhaal (een deel van) de vraag en 
  • legt uit wat er hetzelfde blijft
Verandering - discontinuïteit
Een antwoord bij een vraag over verandering bestaat uit 4 delen, 
  • herhaal (een deel van) de vraag, 
  • beschrijf hoe de situatie was in de eerste periode, 
  • beschrijf hoe de situatie was in de tweede periode en  
  • eindig met een verklaring voor de verandering

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Video

Slide 33 - Video