This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Hoofdstuk 2
Optellen
2.1 Hoofdrekenen
Slide 1 - Slide
Doel van de les
* Je kent het plusteken.
* Je weet wat de som is.
* Je kunt optellen door middel van splitsen, rijgen, omkeren, veranderen en schakelen.
Slide 2 - Slide
Als je twee of meer getallen bij elkaar optelt, noem dat dat een . Bij gebruik je het
. De uitkomst van een optelling noem je de .
Opdracht: Sleep de woordentaal de lege plek.
plusteken: +
optelling
som
optellen
Slide 3 - Drag question
De optelling
alles samen van links naar rechts is de optelling
5 + 4 = 9
plus som
Slide 4 - Slide
12+3 =
Slide 5 - Open question
42+6=
Slide 6 - Open question
Splitsen
Grote getallen kun je splitsen in duizendtallen, honderdtallen, tientallen en eenheden.
27 kan je splitsen in: 20 en 7
364 kan je splitsen in: 300, 60 en 4
364+27 kan je door te splitsen makkelijker optellen!
Slide 7 - Slide
Voorbeeld splitsen
226 + 48
1. splits beide getallen
200, 20 en 6
40 en 8
2. tel de honderdtallen, tientallen en eenheden bij elkaar op.
200
20 + 40 = 60
8 + 6 = 14
3. tel de uitkomsten op
200 + 60 + 14 = 274
Slide 8 - Slide
Rijgen
We gebruiken dezelfde som met de rekenmanier rijgen.
226 + 48
1. splits het tweede getal
40 en 8
2. tel de tientallen bij het eerste getal op
226 + 40 = 266
3. tel de uitkomsten op
226 + 8 = 274
Slide 9 - Slide
Hoe reken jij dit uit?
Gebruik je de manier splitsen? Dus beide getallen splitsen.
50 + 3 en 40 + 4 =
Gebruik je de manier rijgen? Dus het tweede getal splitsen.
53 + 40 + 4 =
53 + 44 = ?
Slide 10 - Slide
32 + 18 =
Slide 11 - Open question
143 + 22 =
Slide 12 - Open question
Omkeren
Je kunt optellen voor jezelf makkelijker maken. Je kan getallen bij een optelling omkeren.
8 + 24 = 24 + 8 = ??
9 + 71 = 71 + 9 = ??
Het grootste getal vooraan zetten kan je helpen bij het makkelijker uitrekenen.
Slide 13 - Slide
Veranderen
Je kunt de getallen ook veranderen.
Je telt bij het ene getal 1 op en je trekt van het andere getal 1 af.
29 + 17 =
-1 +1
30 + 16 =
Slide 14 - Slide
Schakelen
Een optelling van meer dan 2 getallen kun je makkelijker maken door te schakelen. Je telt eerst 2 getallen bij elkaar op. Daarna tel je de uitkomst bij het derde getal op.
21 + 3 + 17 =
3 + 17 = 20
21 + 20 =
Slide 15 - Slide
Je gebruikt de manier veranderen. Hoe 'verander' je deze optelling? 24 + 29 =