PERFECTUM

• NT2
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1,2

Routines

Welke routines ken je al?
Wat doe jij 's ochtends?

Wat is dat weer? 

Perfectum?

Perfectum

Bij de PERFECTUM gebruik je het verbum

hebben of zijn + een participium.

 Mijn moeder heeft een schilderij gemaakt.

Alex en Jane zijn vorige week getrouwd.

regelmatige en onregelmatige verba

• regelmatige verba blijven in een andere tijd hetzelfde     klinken vb. spelen --> ik heb gespeeld

• onregelmatige verba zijn anders en moet je uit je hoofd leren vb. drinken --> ik heb gedronken 

regelmatige verba

+ t of +d?

1. kijk naar de stam

2. Is de laatste letter in het kofschip?

3. ja?      + t

     nee?  + d

onregelmatige verba? --> die moet je leren

boek p 183-184

We gaan nu oefenen op de PERFECTUM.

Ik

Jij

Hij/zij (1 persoon)

Wij

Jullie

Zij (2 personen)

heb

hebben

hebben

hebt

heeft

hebben

Ik

Jij

Hij/zij (1 persoon)

Wij

Jullie

Zij (2 personen)

ben

zijn

zijn

bent

is

zijn

Wanneer hebben/zijn?

Bij de meeste verba gebruik je hebben.

Zijn gebruik je bij de verba

aankomen - beginnen- blijven - gaan- gebeuren - komen, - worden - zijn - meegaan - opstaan - sterven - stoppen - trouwen - vallen- verhuizen - verjaren - vertrekken.

Ik sta op
Wat is de PERFECTUM?

1. Ik opgestaan
2. Ik opgesta
3. Ik ben opgestaan
4. Ik ben opgesta

Ik poets mijn tanden
Wat is de PERFECTUM?

1. Ik poets tanden
2. Ik poets mijn tanden
3. Ik gepoetst mijn tanden
4. Ik heb mijn tanden gepoetst

Ik douch
Wat is de PERFECTUM?

1. Ik douch
2. Ik heb gedoucht
3. Ik ben gedoucht
4. Ik gedoucht

Ik ontbijt
Wat is de PERFECTUM?

1. Ik ben ontbeten
2. Ik heb ontbeten
3. Ik heb geontbeten
4. Ik ontbijt

Ik doe mijn kleren aan
Wat is de PERFECTUM?

1. Ik ben mijn kleren aangedaan
2. Ik heb mijn kleren aangedaan.

Ik drink een kop koffie.
Wat is de PERFECTUM?

1. Ik heb gedrinken
2. Ik ben gedrinken
3. Ik heb gedronken
4. Ik ben gedronken

Ik maak mijn boekentas.
Wat is de PERFECTUM?

1. Ik heb mijn boekentas gemaakt
2. Ik ben mijn boekentas gemaakt
3. Ik heb mijn boekentas gemaakd
4. Ik ben mijn boekentas gemaakd

Ik ga naar school.
Wat is de PERFECTUM?

1. Ik heb naar school gegaan.
2. Ik ben naar school gegaan.

Ik studeer Nederlands
Wat is de PERFECTUM?

1. Ik heb Nederlands gestudeerd.
2. Ik heb Nederlands gestudeert.

Ik eet tijdens de middagpauze.
Wat is de PERFECTUM?

1. Ik heb tijdens de middagpauze geeten.
2. Ik heb tijdens de middagpauze gegeten.

Ik sport tijdens LO
Wat is de PERFECTUM?

1. Ik heb gesport.
2. Ik heb gespord.

Ik blijf op school tot 14.20
Wat is de PERFECTUM?

1. Ik ben op school gebleven.
2. Ik heb op school gebleven.

Na school praat ik nog met mijn vrienden.
Wat is de PERFECTUM?

1. Ik heb gepraat met mijn vrienden.
2. Ik heb met mijn vrienden gepraat.

Ik neem de bus naar huis.
Wat is de PERFECTUM?

1. Ik ben de bus genomen.
2. Ik heb de bus genomen.

Ik maak mijn huiswerk
Wat is de PERFECTUM?

1. Ik heb mijn huiswerk gemaakt.
2. Ik heb mijn huiswerk gemaakd.
3. Ik ben mijn huiswerk gemaakt.
4. Ik ben mijn huiswerk gemaakd.

Ik speel Minecraft
Wat is de PERFECTUM?

1. Ik heb gespeelt.
2. Ik heb gespeeld.

Ik voetbal
Wat is de PERFECTUM?

1. Ik heb gevoetbald
2. Ik heb gevoetbalt.

Ik speel cricket
Wat is de PERFECTUM?

1. Ik heb gespeeld cricket
2. Ik heb gespeelt cricket.
3. Ik heb cricket gespeeld.
4. Ik heb cricket gespeelt.

Ik eet lekkere spaghetti
Wat is de PERFECTUM?

1. Ik heb lekkere spaghetti gegeten
2. Ik heb gegeten lekkere spaghetti
3. Ik ben lekkere spaghetti gegeten
4. Ik ben gegeten lekkere spaghetti

Ik bijt
Wat is de PERFECTUM?

1. Ik heb gebeten.
2. Ik heb gebijt.

Ik was mijn kleren.
Wat is de PERFECTUM?

1. Ik heb mijn kleren gewast.
2. Ik heb mijn kleren gewassen.

Ik strijk
Wat is de PERFECTUM?

1. Ik heb gestrijken.
2. Ik heb gestreken.

Ik stuur berichten
met mijn vrienden.
Wat is de PERFECTUM?

1. Ik ben berichten gestuurd.
2. Ik heb berichten gestuurd.

Ik slaap om 23.00
Wat is de PERFECTUM?

1. Ik heb geslaapt.
2. Ik ben geslaapt.
3. Ik ben geslapen.
4. Ik heb geslapen.