This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
zijn en hebben
(ser y tener)
ZIJN
ik ben
jij bent
hij is/ zij is
wij zijn
jullie zijn
zij zijn
SER
soy
eres
es
somos
sois
son
HEBBEN
ik heb
jij hebt
hij/ zij heeft
wij hebben
jullie hebben
zijn hebben
TENER
tengo
tienes
tiene
tenemos
teneís
tienen