vervoegen onvoltooid tegenwoordige tijd

Doel: ik kan de werkwoorden: mogen, zijn, hebben en kunnen vervoegen 
1 / 11
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 6

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Doel: ik kan de werkwoorden: mogen, zijn, hebben en kunnen vervoegen 

Slide 1 - Slide

werkwoord mogen
ik mag
jij mag
mag jij?
hij mag
wij mogen
jullie mogen
zij mogen

Slide 2 - Slide

werkwoord kunnen
ik kan
jij kunt/ kan
kan jij?
hij kan
wij kunnen
jullie kunnen
zij kunnen

Slide 3 - Slide

werkwoord zijn
ik ben
jij bent
ben jij?
hij is
wij zijn
jullie zijn
zij zijn

Slide 4 - Slide

werkwoord hebben
ik heb
jij hebt
heb jij?
hij heeft
wij hebben
jullie hebben
zij hebben

Slide 5 - Slide

werkwoord: zijn
ik.....
A
ben
B
bent
C
zijn
D
zullen

Slide 6 - Quiz

werkwoord: mogen
hij .......

Slide 7 - Open question

werkwoord: zijn
ik ......

Slide 8 - Open question

werkwoord: kunnen
hij ........

Slide 9 - Open question

werkwoord: mogen
jullie ....
A
mag
B
mogen
C
mocht
D
is

Slide 10 - Quiz

Wat ga je maken?
Je maakt opdracht 1 en opdracht 3.

Slide 11 - Slide