Herhaling

Een kind schrijft:

hant, bet, hont, hooft, bat, mont

Welke instructieprincipe gebruik je?


1 / 6
next
Slide 1: Open question
CommunicatieHBOStudiejaar 1

This lesson contains 6 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Een kind schrijft:

hant, bet, hont, hooft, bat, mont

Welke instructieprincipe gebruik je?


Slide 1 - Open question

Een kind schrijft:

gevaarluk

Met welk instructieprincipe ga je aan de slag?

Slide 2 - Open question

Welk instructieprincipe bij:
saus, touw, cadeau, computer, chocolade en bioscoop?

Slide 3 - Open question

En je schrijft ‘web’ en ‘hond’ in plaats van ‘wep’ en ‘hont’ vanwege het .....; specifieker de regel van.....
A
het syllabisch principe; de regel van gelijkvormigheid
B
het fonologisch principe; de regel van overeenkomst
C
het morfologisch principe; de regel van gelijkvormigheid
D
het syllabisch principe; de regel van overeenkomst

Slide 4 - Quiz

Dit is echter niet het enige principe dat onze spelling bepaalt. Bij een leenwoord zoals ‘bureau’ en een au-woord zoals ‘blauw’ geldt ...
A
het etymologisch principe
B
het morfologisch principe
C
het hoofdprincipe
D
de regel van gelijkvormigheid

Slide 5 - Quiz

De Nederlandse spelling is op vier hoofdprincipes gebaseerd. In het algemeen geldt voor Nederlandse woorden dat je voor elke spraakklank een apart teken schrijft, zoals in ‘stok’. We noemen dit ...
A
het etymologisch principe
B
het fonologisch principe
C
het morfologisch principe
D
de regel van gelijkvormigheid

Slide 6 - Quiz