1 Gelukkig (tw), Sinterklaas is juist (bw) in goede gezondheid (zn) in Dokkum aangekomen.
2 ‘Piefpafpoef (tw). Als jij niet doodvalt, doe ik niet meer, hoor (tw)!’ riep de kleine Max.
3 Met de woorden ‘Gezondheid (tw), opa, proficiat (tw)’ had Irina haar grootvader met zijn tachtigste verjaardag gefeliciteerd (zww).’ ‘Ja (tw), ik ben toch maar een gelukkig (bn) man,’ antwoordde opa, ‘ook al is oma vorig jaar overleden, helaas (tw).’
4 ‘Lekker weertje, niet (tw)?’ vroeg Bas aan de hengelaar. ‘Of vindt u het niet (bw) warm genoeg?’ ‘Zeker (tw) wel, warm zat, ik stik (zww) bijna,’ antwoordde de visser.
Slide 4 - Slide
Opdracht 2 blz. 33
5 Voor een juist (bn) antwoord krijgt de kandidaat honderd euro en gelukkig (bw) gaf hij meestal een goed (bn) antwoord.
6 Stik (tw), ik heb helaas (bw) alweer een onvoldoende voor mijn toets woordsoorten.
7 Juist (tw), ik hoor (zww) het al. Zo zit de zaak dus in elkaar. U bent nogal zeker (bn) van uw zaak. U bent zeker (bw) goed (bw) geïnformeerd.
8 Bah (tw), elke morgen word ik wakker van het gekraai (zn) van die haan: kukeleku (tw), kukeleku. Goed (tw), hij kan er niks aan doen, maar waarom kraait (zww) hij zo vroeg?
Slide 5 - Slide
Tot welke woordsoorten kan 'wat' behoren?
Slide 6 - Open question
Opdracht 1 blz. 96
Watbetrekkelijk voornaamwoord met ingesloten antecedent de boer niet kent, dat eet hij niet.
Heb jij nog watonbepaald hoofdtelwoord kleingeld in je portemonnee voor de parkeermeter?
Mevrouw, heeft u watonbepaald voornaamwoord over voor Jantje Beton?
De regering zal wel weten watvragend voornaamwoord de beste oplossing is voor het milieuprobleem.
Hebben jullie nog watonbepaald voornaamwoord leuks gedaan in de vakantie.
Iets watbetrekkelijk voornaamwoord je niet begrijpt, moet je in de les aan je docent vragen.
Slide 7 - Slide
Opdracht 2 bl.z 96
In de circustent zaten heel watonbep.hoofdtelw mensen die genoten van de show.
Watvr.vnw was vroeger de beste wasmachineslogan? Allesonbep.vnwwatbetr.vnw je ziet, in de Indesit.
In wat voorvr.vnw auto zou je later graag willen rijden? Dat maakt me nietsonbep.vnw uit.
Mark weet wel watvr.vnwsommigeonbep.hoofdtelw mensen ervan vinden dat hij zoietsonbep.vnw heeft gedaan.
Voor mijn verjaardag heeft iedereenonbep.vnw me watonbep.vnw gegeven watbetr.vnw ik graag wilde hebben.
Watbetr.vnw m.i.a. gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat een ander niet.
Slide 8 - Slide
Wie - die - dat
Grammatica woordsoorten H2
Slide 9 - Slide
Zelfstandig werken
Bestudeer de uitleg op blz. 64
Maak opdr. 1 op blz. 65
Maak opdr. 2 blz. 96
Dit is huiswerk voor maandag 20/9
Vrijdag 1 oktober: SO grammatica zinsdelen en woordsoorten