1MH week 50 les één (online)

1 / 35
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

What are we going to do today?

- Tests!
- What did we do in the previous lesson?
- Grammar 6
- End of lesson

Slide 2 - Slide

Tests!
8 januari - Test Stepping Stones CH2
Test week -  Reading test

Slide 3 - Slide

What was your homework?
Let's check all the homework you had to do when you're in class!

Slide 4 - Slide

Wat hebben we de vorige
les gedaan?

Slide 5 - Mind map

Well done! We hebben geleerd over word order. Hier gaan we het vandaag weer over hebbe.

Slide 6 - Slide

Grammar 6
Go to page 116 in your book. We are going to talk about word order!

Slide 7 - Slide

Word order
In een Engelse zin staan woorden in een bepaalde volgorde. De zin heeft een soort structuur.
Om deze structuur te bepalen, gebruik je de volgende zin:

Wie doet wat waar wanneer?

Slide 8 - Slide

Welke zin gebruik je om de woordvolgorde te bepalen?

Slide 9 - Open question

Welke zin gebruik je om de woordvolgorde te bepalen?

Slide 10 - Open question

Wie doet wat waar wanneer?
Wie = het onderwerp
Doet = het werkwoord
Wat = lijdend voorwerp (wie/wat + ww + onderwerp?)
Waar = plaats
Wanneer = tijd

Sarah likes to play guitar in her room every day

Slide 11 - Slide

Grammar 6
Er hoeven niet altijd alle elementen uit de zin 'Wie doet wat waar wanneer?' in de zin te staan. Soms staat er geen plaats of tijd in de zin. Dit is dan prima!

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Wat komt eerst?
A
Wat
B
Doet
C
Wie
D
Wanneer

Slide 14 - Quiz

Waar staat 'wie' voor?

Slide 15 - Open question

Wat komt als tweede?
A
Wat
B
Doet
C
Wie
D
Wanneer

Slide 16 - Quiz

Waar staat 'doet' voor?

Slide 17 - Open question

Wat komt er als derde?
A
Wat
B
Doet
C
Waar
D
Wanneer

Slide 18 - Quiz

Waar staat 'wat' voor?

Slide 19 - Open question

Wat komt er als vierde?
A
Wie
B
Wat
C
Waar
D
Wanneer

Slide 20 - Quiz

Waar staat 'waar' voor?

Slide 21 - Open question

Wat komt er als vijfde?
A
Waar
B
Wanneer
C
Doet
D
Wat

Slide 22 - Quiz

Waar staat 'wanneer' voor?

Slide 23 - Open question

Wat is dan de hele zin die je moet onthouden voor een goede woordvolgorde?

Slide 24 - Open question

Je weet nu wat de zin is en waar hij voor staat. Eens zien of je de zinsonderdelen ook herkent.. 

Slide 25 - Slide

Onderwerp
Werkwoord
Plek
Tijd
on Wednesday
We
at school
write
They
in class

Slide 26 - Drag question

Laten we wat zinnen in elkaar gaan zetten!
Denk aan 'wie doet wat waar wanneer'

Slide 27 - Slide

buys - she - in the shop - new shoes - every month

Slide 28 - Open question

they - play - every evening - in the garden - hide and seek

Slide 29 - Open question

the teacher - about word order - taught - the students

Slide 30 - Open question

don't go - I - to the cinema - often

Slide 31 - Open question

we - songs - around the campfire - sing - every holiday

Slide 32 - Open question

Questions?

Slide 33 - Mind map

Tests!
8 januari - Test Stepping Stones CH2
Test week -  Reading test

Slide 34 - Slide

Maak opgave 54, 55 en 56
Blijf gezond en tot snel!

Slide 35 - Slide