1. bij samenstellingen met religieuze feesten: pinkstermaandag, kerstgala
2. bij religies en stromingen: hindoeïsme, gereformeerden, socialisme
3. bij windstreken: het oosten, zuidzuidwest
4. bij namen van periodes: zomer, juli, zaterdag, middeleeuwen
5. bij namen die niet meer aan de persoon doen denken: marxisme, een diesel
6. bij soortnamen: een fles bordeaux, een stukje edammer