Les docentfeedback

Les docentfeedback
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with text slides.

Items in this lesson

Les docentfeedback

Slide 1 - Slide

Lesprogramma
- Welkom (5 min)
- Lezen in Alaska (10 min)
- Terugblik: begrenzen van zinnen en leestekens (10 min)
- Zelfstandig werken: docentfeedback verwerken (30 min)

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
- Je verbetert jouw verhaal m.b.v. de feedback
- Je schrijft een verbeterde versie van jouw verhaal (definitief vervolg op Alaska) in Test-correct

Slide 3 - Slide

Begrenzen van zinnen
Elke zin bestaat minstens uit een onderwerp en persoonsvorm.
Je  kunt zinnen samenvoegen met komma en voegwoord.

Slide 4 - Slide

Komma 
Je gebruikt een komma om een zin beter leesbaar te maken. 
Je zet een komma:
  • tussen twee persoonsvormen:
  • tussen de delen van een opsomming (maar niet voor en)
  • tussen een naam of een uitroep en de rest van de zin
  • voor maar, doordat, nadat, omdat, terwijl, voordat, want, zodat en zodra

Slide 5 - Slide

Verbeter de volgende zinnen
vanmiddag ben ik samen met nina naar de bioscoop geweest omdat we de nieuwste film graag wilden zien

omdat ik erg van sporten houd heeft mijn moeder mij verrast met een abonnement bij de sportschool om de hoek

zodra ik je met jouw huiswerk heb geholpen zullen we dan naar de dierentuin gaan

Slide 6 - Slide

Gesprekje weergeven

Slide 7 - Slide

Dubbele punt
Je gebruikt een dubbele punt als je iets aankondigt, bijvoorbeeld:

  • een opsomming: Rianne spreekt vier talen: Nederlands, Frans, Engels en Duits.
  • een toelichting: We eten elke dag twee stuks fruit: dat is gezond.
  • een citaat: Vader zei: 'Ik zet de vuile borden wel even in de vaatwasser.'

Slide 8 - Slide

(In)directe rede

Directe rede=citeren: je schrijft woord voor woord op wat iemand zegt (citaat) - aanhalingstekens

  • Vader zei: 'Ik zet de vuile borden wel in de vaatwasser.'


Indirecte rede: je schrijft iemands woorden niet letterlijk op - 

geen aanhalingstekens

  • Vader zei dat hij de vuile borden wel in de vaatwasser zou zetten.'
Let op onderwerp en gezegde

Slide 9 - Slide

Aanhalingstekens
Je gebruikt aanhalingstekens als je de directe rede gebruikt.  Je citeert.
Om het citaat zelf zet je aanhalingstekens. 
Je kondigt het citaat aan met een dubbele punt.
- Hij zei: 'Vanmiddag om vier uur gaan we terug.'

Als het citaat vooropstaat, gebruik je geen dubbele punt:
- 'Vanmiddag om vier uur gaan we terug', zei hij.



Slide 10 - Slide

Uitleg zelfstandig werken
- Uitleg feedbackformulier (aangepast aan toets)

Slide 11 - Slide

Docentfeedback
1 - Lees de feedback op jouw spannende verhaal goed door
2 - Verbeter jouw verhaal in Test-Correct bij de opdracht die klaarstaat: Definitief vervolg op Alaska
3 - Ga via Magister/ Leermiddelen naar Talent online en maak van 4.9 Spelling opdracht 3, 5, 6, 9 en 11 af.
- Klaar: bekijk de uitslag van de nulmeting werkwoordspelling in Test-correct en ga extra oefenen in Talent online met Versterk jezelf


Slide 12 - Slide