L'adjectif - bijvoeglijk naamwoord

Aujourd'hui, 
c'est le...
1 / 22
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Aujourd'hui, 
c'est le...

Slide 1 - Slide

L'adjectif
Bijvoeglijk naamwoord

Prends des notes!
timer
10:00

Slide 2 - Slide

L'adjectif - Bijvoeglijk naamwoord
Herhaling
- De vorm van het bijvoeglijk naamwoord (hoofdregel)
- Uitzonderingen op de hoofdregel

Nieuwe lesstof
- De plaats van het bijvoeglijk naamwoord

Slide 3 - Slide

VORM
van het bijvoeglijk naamwoord

Slide 4 - Slide

Het bijvoeglijk naamwoord
Stadaardregel/Hoofdregel: 
Mannelijk enkelvoud: -                                    grand
Vrouwelijk enkelvoud: + e                               grande
Mannelijk meervoud: + s                                 grands
Vrouwelijk meervoud: + es                           grandes

Maar welke letters mogen niet dubbel voorkomen?

Slide 5 - Slide

L'adjectif - Bijvoeglijk naamwoord

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Uitzondering
Er zijn ook onregelmatige vormen. Hierbij verandert het hele woord en moet je het dus uit je hoofd leren.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Uitzonderingen
Vertaling
Man
EV
Man
MV
Vrouw
EV
Vrouw
MV
mooi
beau
beaux
belle
belles
nieuw
nouveau
nouveaux
nouvelle
nouvelles
oud
vieux
vieux
vieille
vieilles
wit
blanc
blancs
blanche
blanches

Slide 10 - Slide

Stappenplan toets
Op de toets wordt niet verteld of een bijvoeglijk naamwoord regelmatig of onregelmatig is: hier moet je zelf achter komen. Dit kan door goed de le/la woorden te leren en door naar de rest van de zin te kijken.

Ga in de opdracht als volgt te werk:


Slide 11 - Slide

Stappenplan toets
Stap 1: bepaal of het zelfstandig naamwoord waarover het bijvoeglijk naamwoord iets zegt m.ev., v.ev., m.mv. of v.mv. is

Stap 2: check of het bijvoeglijk naamwoord niet tot de  uitzonderingsgroep behoort. Nee? Dan standaardregel.

Stap 3: kies op basis van deze informatie de juiste vorm

Slide 12 - Slide

Stappenplan: exemple 1
Voorbeeld: "Paris est une ville (français) _______________________"

Stap 1: M. ev. / Vr. ev. / M. mv. / Vr. mv?

Stap 2: Is het een uitzondering?

Stap 3: Kies de juiste vorm

Slide 13 - Slide

Stappenplan: exemple 2
Voorbeeld: "Les filles sont (actif) _________________"

Stap 1: M. ev. / Vr. ev. / M. mv. / Vr. mv?                              

Stap 2: Is het een uitzondering?

Stap 3: Kies de juiste vorm

Slide 14 - Slide

Aujourd'hui, 
c'est le...

Slide 15 - Slide

D: grammaire et écrire
Vorm van het bijvoeglijk naamwoord
Exercice 16
Dans le livre (page soixante-dix)

Slide 16 - Slide

PLAATS
van het bijvoeglijk naamwoord
in de zin

Slide 17 - Slide

Waar staat het bijvoeglijk naamwoord in een Nederlandse zin?

Slide 18 - Slide

L'adjectif français
 haut (hoog)               long (lang)                 petit (klein)
        beau (mooi)           bon (goed)                   joli (leuk,mooi) 
   grand (groot)           jeune(jong)                gros (dik)     
             mauvais (slecht)     vieux (oud)                nouveau (nieuw)

Slide 19 - Slide

D: grammaire et écrire
Exercices 17 et 18
Dans le livre (page soixante-dix)
Correction: 
SO ABCD - Mardi 20 décembre

Slide 20 - Slide

La répétition de l'adjectif
1. Les filles sont _________________________ (klein)
2. Les amis _________________________ (amerikaanse)
3. Une personne _________________________ (elegant)
4. Une _________________________ (groot)  maison
5. Deux _________________________ (klein) vélos
6. Les _________________________ (leuke) filles

Slide 21 - Slide

timer
1:30
ervoor
erachter
petit
bleu
grand
jeune
amoureux
bon
beau
mauvais
joli
intelligent
sportif
jaune

Slide 22 - Drag question