Taal 6: Letterlijk en figuurlijk

Je leert het verschil tussen formeel en informeel te herkennen.
Je kunt het verschil tussen letterlijk en figuurlijk taalgebruik uitleggen
Je kunt uitleggen wat spreekwoorden en uitdrukkingen zijn
Uitleg
blz 96-97
Nederlands
opdracht 1 t/m 4
Hebben we alle doelen behaald?
opdracht 1 t/m 4 afmaken
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 13 slides, with text slides.

Items in this lesson

Je leert het verschil tussen formeel en informeel te herkennen.
Je kunt het verschil tussen letterlijk en figuurlijk taalgebruik uitleggen
Je kunt uitleggen wat spreekwoorden en uitdrukkingen zijn
Uitleg
blz 96-97
Nederlands
opdracht 1 t/m 4
Hebben we alle doelen behaald?
opdracht 1 t/m 4 afmaken

Slide 1 - Slide

Leerdoel vorige les
Je leert het verschil tussen formeel en informeel te herkennen.

Slide 2 - Slide

Leerdoel deze les
Je kunt het verschil tussen letterlijk en figuurlijk taalgebruik uitleggen

Je kunt uitleggen wat spreekwoorden en uitdrukkingen zijn

Slide 3 - Slide

Letterlijk en figuurlijk taalgebruik
Wat is letterlijk taalgebruik of "iets letterlijk nemen"?

Wat is figuurlijk taalgebruik of "iets figuurlijk nemen"?


Slide 4 - Slide

Letterlijk of figuurlijk?

Slide 5 - Slide

Letterlijk
Taalgebruik waarbij je iets precies bedoeld zoals je schrijft of zegt

Bijvoorbeeld: "Ik ga stuk" is: "Ik ga kapot"

Slide 6 - Slide

Figuurlijk
Taalgebruik waarbij je iets niet precies bedoeld zoals je schrijft of zegt. Je gebruikt een beeld(figuur) om de betekenis duidelijk te maken
Bijvoorbeeld: "Ik ga stuk" ...van het lachen

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Wat is een spreekwoord?

Slide 11 - Slide

Vragen over de lesstof? :-)

Slide 12 - Slide

Aan de slag:
FB blz 96-97

Maak nu opdracht: 1, 2, 3, 4

Klaar? Overleg met de docent

Slide 13 - Slide